Sint Philipsland

Geen flitspaal, maar nieuwe detectiemeter gladheid: ‘Primeurtje voor Sint-Philipsland’

Han Verbeem Han Verbeem

Aan de Philipsdam bij Sint-Philipsland staat sinds kort een opvallende nieuwe paal langs de weg. Geen kunstwerk of cameramast, maar een hypermodern weerstation van Rijkswaterstaat. Het is één van de eerste van een nieuwe generatie detectiesystemen die in heel Nederland wordt uitgerold om gladheid en extreem weer beter te kunnen voorspellen.

“Dit is onze nieuwe generatie weerstations”, vertelt Alex van den Hoek, senior adviseur gladheidsbestrijding bij Rijkswaterstaat. “Sinds de jaren tachtig gebruiken we gladheidsmeldsystemen, maar die zijn nu end of life. We vervangen ze allemaal, samen met de twaalf provincies, om een landelijk dekkend netwerk te krijgen.”

Slimme sensoren in de weg

De nieuwe masten – door sommigen al liefkozend ‘snuffelpalen’ genoemd – meten veel meer dan hun voorgangers. Waar de oude sensoren alleen de temperatuur van het wegdek konden meten, kunnen de nieuwe systemen ook ijs, waterfilms, neerslagtype en zicht detecteren. “Met deze techniek kunnen we zelfs zien of er ijs op de weg ligt, of een dunne waterlaag”, legt Van den Hoek uit. “Daarnaast meten we niet alleen de temperatuur aan het oppervlak, maar ook op zes en dertig centimeter diepte. Zo kunnen we zien of er bewolking boven de weg is; iets wat bepaalt of het ’s nachts gaat afkoelen en glad wordt.”

Data in ‘real time’

De meetgegevens worden direct doorgestuurd naar een nieuwe webapplicatie, GripIQ, die Rijkswaterstaat momenteel zelf ontwikkelt. “Daarin presenteren we de data van alle weerstations. Gladheidcoördinatoren kunnen vanuit huis de situatie in hun gebied volgen en besluiten of er gestrooid moet worden,” zegt Van den Hoek. De informatie wordt ook gedeeld met het KNMI, dat met behulp van de gegevens wegdekmodellen maakt en voorspelt waar gladheid zal optreden.

Primeur voor Zeeland

De Philipsdam, die Tholen met Schouwen-Duiveland verbindt, is de eerste Zeeuwse locatie met zo’n vernieuwd station. “In Zeeland hebben we echt een primeur,” vertelt Van den Hoek trots. “We hebben vorig jaar al enkele stations in West-Brabant geplaatst, maar deze nieuwe opstelling met alle moderne sensoren staat nu voor het eerst hier.”

Coldspotmetingen

In totaal komen er zo’n 25 meetstations in Zeeland te staan en landelijk ongeveer 360. De locaties worden zorgvuldig gekozen op basis van zogenaamde coldspotmetingen: plekken waar het vaak het koudst is of waar de kans op gladheid het grootst is. “Dat zijn meestal geen dorpskernen,” legt Van den Hoek uit. “Door bebouwing is het daar warmer. De palen staan vooral in het buitengebied of bij open water, waar de omstandigheden sneller kunnen omslaan.”

Samenwerking in de regio

Daarbij werkt Rijkswaterstaat intensief samen met lokale partijen. “We doen dit met bijna alle wegbeheerders in de provincie,” zegt Van den Hoek. “Denk aan het waterschap, de provincie, de Westerscheldetunnel NV, het havenbedrijf Vlissingen en diverse gemeenten. Die samenwerking is hier echt uitgebreid.”

Klaar voor eerste vorst

Met de herfst in volle gang en de eerste koude nachten in aantocht, is de timing perfect. “De dagen worden korter, de temperaturen dalen, dus de kans op gladheid neemt toe,” zegt Van den Hoek. “Dankzij deze nieuwe systemen kunnen we sneller en nauwkeuriger reageren, en zo de wegen veiliger houden voor iedereen.”