130 afvalbakken in Roosendaal geven aan wanneer ze vol zitten

Ze zitten nog in de testfase, maar wethoudster Klaar Koenraad is erg enthousiast over de 130 prullenbakken met sensoren. Door de nieuwe uitvinding bespaart de gemeente Roosendaal tijd, geld en CO2 uitstoot.

Het zwerfafval is al langer een agendapunt volgens wethouder Klaar Koenraad, maar daar brengen de 130 oranje afvalbakken in de wijk Westrand verandering in. Via sensoren, die in de bakken geplaatst zijn, krijgt de gemeente een seintje zodra het afval de grens heeft bereikt. ”Wij weten nu meteen waar we naartoe moeten rijden, dus dat scheelt tijd en benzine”, zegt Koenraad.

De kosten bedragen 8 euro per bak, per maand, wat neer komt op 12.000 euro per jaar. Dat bedrag wordt voor de helft meebetaald door onderhoudsaannemer id verde NL. Zij stelde het idee voor aan de gemeente. “We waren meteen enthousiast”, vertelt de wethouder.

Roosendaalse primeur

Het bedrijf werkte al samen met de gemeente Roosendaal. Naast afvalbakken verschonen en zwerfaval opruimen, onderhouden ze ook het groen in het gebied. Door het nieuwe snufje hoeft het bedrijf nu nog maar drie uur in plaats van acht uur de straat op. “De tijd die nu overblijft, kan weer ingezet worden voor andere taken”, ligt Koenraad toe.

Met de afvalbaksensoren is Roosendaal de eerste gemeente in Nederland waar het technische snufje gebruikt wordt. “We gebruiken de sensoren ook al in het havengebied van Rotterdam, maar het is nog nooit op gemeentelijk niveau ingezet”, vertelt Emilio van der Linden van het Belgische bedrijf Rebin. Rebin is de ontwikkelaar van het product; de uitvoering regelt id verde NL.

Toekomstplannen

Uiteindelijk is het doel volgens Koenraad om uit te gaan breiden, maar daadwerkelijke plannen liggen er nog niet. “Eerst willen we kijken hoe dit zich verder ontwikkelt, maar de eerste resultaten zijn erg positief”. Door de verzamelde data liggen er volgens de mannen van Rebin toekomstplannen om zelfs te ‘voorspellen’ wanneer de afvalbakken vol zijn. “Bijvoorbeeld met evenementen zoals carnaval. Als we meer data hebben kunnen we daar op inspelen.” Of de gemeente daar daadwerkelijk gebruik van gaat maken, is een kwestie van tijd.