Halsteren

Bergse raad hakt knoop door: TenneT-station komt in noordelijke polder

Ook Halsteren ontkomt niet aan een verdeelstation. Dat komt in het noordelijk deel van de Auvergnepolder, bij gemaal De Pals. (Foto: Piabay

Han Verbeem Han Verbeem

De Bergse gemeenteraad heeft donderdagavond in meerderheid besloten vóór de noordelijke Auvergnepolder, als locatie van het nieuwe 380kV-hoogspanningsstation. Alleen de fracties van Lijst Linssen en Samen0164 stemmen tegen. Wel is een amendement aangenomen: netbeheerder TenneT dient ervoor te zorgen dat het station zo min mogelijk overlast voor de omgeving, de natuur en de omwonenden oplevert.

Reinoud Krijnen van Samen0164 vraagt zich af of TenneT wel “zo lief en aardig is” om die overlast te beperken. Dat moet de gemeente vastleggen in een getekende verklaring, stelt hij: “Dit soort zaken moet je aan de voorkant regelen.” Volgens Krijnen is TenneT een commerciële organisatie, maar Joost Pals (Lokaal Realisme) tikt hem op de vingers. “Bent u zich ervan bewust dat de Staat der Nederlanden voor honderd procent eigenaar is van TenneT”, zo merkt Pals op. Toch vind Krijnen dat het Bergse college ‘het werk moet overdoen’ en kijken of het er eigenlijk wel plaats is binnen de gemeente voor het station.

Niet in de natuur

Meino Dam (Lijst Linssen) wil niet verantwoordelijk zijn voor een verkeerde locatiekeuze. “Dit hoort thuis op een bedrijventerrein en niet in de natuur”, aldus Dam. Lijst Linssen is voor locatie 4b, bij Sabic, maar wethouder Jacobs had de raad vooraf per brief gewaarschuwd dat dit geen haalbare locatie is. De kans is aanwezig dat het Rijk ingrijpt. “Dan maakt de minister die keuze maar, wij doen dat niet”, zegt Dam met grote stelligheid.

Impact

De plaatsing van het TenneT-station ter grootte van 16 hectare, waar het in de Auvergnepolder ook komt, heeft hoe dan ook impact – benadrukt Pals. “Wat we ook kiezen, het gaat altijd ten koste van inwoners”, verzucht hij. “We spreken vanavond niet onze voorkeur uit voor de beste keuze, maar voor de minst slechte keuze.”