‘Bloosverhalen’ leren kwetsbare jongeren over seksuele gezondheid: ‘Niemand vertelt hoe het wél moet’

Van links naar rechts: Petra Cornelis, Joyce Eleveld, José Kwaadgras
Verhalen over seksualiteit speciaal voor jongeren met een verstandelijke beperking. Dat is wat José Kwaadgras, Joyce Eleveld en Petra Cornelis maken met ‘Bloosverhalen’. Vanuit hun eigen werk in de jeugdzorg en als consulent seksuele gezondheid merken ze dat deze jongeren te weinig kennis hebben op het gebied van seksualiteit. Donderdag schoof het drietal aan bij ZuidWest TV-talkshow M².
Het idee ontstond vier jaar geleden bij Kwaadgras en Eleveld vanuit hun werk met jongeren met een verstandelijke beperking. Ze zagen dat de voorlichtingsproducten die er waren wel goed waren, maar er ontbrak iets voor deze groep kwetsbare jongeren. Samen met Cornelis bespraken ze hun ideeën. “Toen is het balletje gaan rollen”, zegt Kwaadgras.
Korte verhalen
De verhalen schrijft Cornelis, die schrijven als hobby heeft. Op dit moment hebben ze drie verhalen klaarliggen om uit te brengen. De verhalen gaan over een bepaald onderwerp rondom seksualiteit zoals daten of de eerste keer seks. In de huidige voorlichting wordt vooral de nadruk gelegd op waar jongeren voor moeten oppassen. “Maar dan wordt er vergeten te vertellen hoe ze het wél moeten doen.” En juist dat is zo belangrijk volgens de drie initiatiefneemsters.
De verhalen worden in een de vorm van een boekje gegoten die jongeren zelf mogen houden. “Het is de bedoeling dat het een A5 formaat papieren boekje van zes pagina’s wordt”, vertelt Kwaadgras. In het boekjes staan een aantal illustraties, maar niet teveel. Daarnaast zijn de kleuren rustig. “We willen het wel catchy, maar niet te druk.” Ook blijft er dan veel ruimte voor de jongeren om hun eigen fantasie te gebruiken. Ook komen er een aantal vragen bij om een gespreksformat op gang te brengen, zodat er bijvoorbeeld met een ouder een gesprek gestart kan worden.
Zo is het prettig lezen én begrijpen voor jongeren met een verstandelijke beperking. “Het taalgebruik is helder en niet verhullend. Onze ervaring is dat jongeren wel moeten snappen wat er gebeurt.” Daarnaast zijn de boekjes ook te beluisteren als luisterboek. Zo hopen ze de doelgroep op een fijne manier te bedienen.
Erg belangrijk
Het is volgens de drie initiatiefneemsters erg belangrijk dat ook jongeren met een verstandelijke beperking leren over seksualiteit. “Uit onderzoek blijkt dat 61 procent van de vrouwen met een verstandelijke beperking en 23 procent van de mannen met een verstandelijke beperking, slachtoffer wordt van seksueel misbruik”, vertelt Kwaadgras. Ze merkt dat medewerkers van instellingen waar jongeren verblijven het lastig vinden om over dit onderwerp te praten.
Vooral bij jongeren die in een instelling zitten is het belangrijk dat ze ook leren over hoe het wel moet op het gebied van seksualiteit, meent het drietal. “Het is heel belangrijk voor jongeren dat zij gezonde voorbeelden krijgen, zoals twee ouders die liefdevol met elkaar omgaan. Jongeren die in een instelling verblijven hebben deze voorbeelden veel minder.” Als ouders of hulpverleners jongeren er niet over leren, gaan ze zelf wel op zoek. “Ze zien het dan op sociale media en komen snel bij porno uit, maar als iets een slecht voorbeeld is, is dat het wel.”
Eigenlijk voor iedereen
Hoewel de verhalen gemaakt zijn voor jongeren met een verstandelijke beperking kan eigenlijk iedereen ze lezen. “Uit onderzoek blijkt ook dat één op de twee jongeren te maken krijgt met online misbruik.” In beide gevallen is er vaak sprake van overbescherming van de ouders en verzorgers. “Zo ontstaat er schijnveiligheid en lopen jongeren kennis en ervaring mis.”
Ouders die ze spreken, zeggen vaak dat hun kind wel naar ze toe komt bij vragen. Maar vaak weten jongeren niet wát ze moeten vragen, omdat ze niet de kennis hebben. De drie dames willen de verhalen overigens niet verplichten. Dat is aan de opvoeder van de jongeren. “We bieden ons product aan bij de opvoeders en dus niet aan jongeren zelf. Je kan dus zelf bepalen of je het wil gebruiken en wanneer”, benadrukt Kwaadgras.
Ze hebben ze verhalen al kort getest in hun eigen omgeving en daar kwamen positieve reacties op. “Het is altijd de vraag of het gaan aanslaan.” Toch hebben ze er alle vertrouwen in. De meeste voorlichtingsprogramma’s nemen veel tijd in beslag en de ‘Bloosverhalen’ kunnen jongeren zelf lezen. Het gesprek naar aanleiding van de vragen kost ongeveer een half uur. “Het boekje zorgt voor iets tastbaars en een contactmoment.”
Crowdfunding
Om de verhalen daadwerkelijk uit te brengen zijn ze drie een crowdfunding begonnen. Daarmee hopen ze 7500 euro op te halen, zodat ze de eerste drie verhalen kunnen uitbrengen. Vanuit daar hopen ze verder te groeien met ‘Bloosverhalen’. “We willen door blijven ontwikkelen, want we hebben nog zoveel ideeën. Als we deze verhalen verkopen, kunnen we met de winst andere boekjes maken.”
De crowdfunding loopt nog tot donderdag 12 juni.