Wouw

Coen is jongste molenaar: ‘Wat mensen met voetbal hebben, heb ik met molens’

bron: Omroep Brabant bron: Omroep Brabant

Een oud ambacht met een jong gezicht. Coen Heijkoop uit Prinsenbeek is met zijn 19 jaar de jongste molenaar van onze provincie. Onlangs slaagde hij na maanden van bloed, zweet en veel granen voor zijn molenaarsdiploma. Hij is apetrots en natuurlijk blij dat hij eindelijk de wieken alleen mag laten draaien.

Coen is vanaf zijn derde jaar helemaal gek van molens. Hij kreeg de figuurlijke klap van de molen tijdens een vakantie met zijn oma in Zeeland. Coen mocht in de molen kijken en hij was op slag verliefd. “Wat veel mensen met voetbal hebben, heb ik met molens. Wanneer ik langer dan twee weken niet de molen in kan, krijg ik ontwenningsverschijnselen”, bekent de jonge molenaar voor de camera van Omroep Brabant.

Al mijn vrije tijd steek ik in molens

Met zijn diploma zak, is Coen nu officieel toegetreden tot het gilde van vrijwillige molenaars. “De meeste leden doen dit examen vaak pas nadat ze met pensioen zijn. Ze kunnen dan nog een jaartje of tien meedraaien op de molen. Ik ben van plan het wat langer te gaan vol te houden”, lacht Coen.

De 19-jarige molenaar leerde de meeste kneepjes van het vak op zijn vaste molen in Oude Molen maar hij is nu ook regelmatig te vinden op De Arend in Wouw. “Al mijn vrije tijd steek ik in deze molens. Het is de combinatie van de houtje-touwtje techniek, het gebouw en het prachtige eindproduct wat mij hierin aanspreekt.”

Ik heb ook interesse in de bakkerswereld

Coen geniet met volle teugen van zijn eerste wittebroodsweek op de molen in Wouw. “Ik ben supertrots. Nu mag ik zelfstanding omwentelingen maken. Dat mocht voorheen nooit vanwege de verzekering. Deze molen heeft een vlucht van 26 meter en met draaiende wieken is dat toch mooi.”

Toch is Coen niet van plan om van zijn passie ook zijn werk te maken. “Het is moeilijk om hier je brood mee te verdienen. Ik heb net een opleiding afgerond als procesoperator. Ik heb namelijk ook interesse in de bakkerswereld. Als molenaar kan ik dan wel mijn eigen meel malen. Dit blijft voorlopig de mooiste hobby ter wereld.”