De bouw voor mannen? Lieke (19) uit Etten-Leur houdt zich prima staande
Beton storten, een steiger beklimmen of boren. Lieke van Zitteren (19) uit Etten-Leur draait er haar hand niet voor om. Ze zit momenteel in haar laatste jaar van haar opleiding Middenkaderfunctionaris Bouw. Haar stage loopt ze bij Aannemersbedrijf Van Agtmaal in Oudenbosch, waar ze zowel op de bouw als op kantoor ervaring opdoet.
Als Lieke vertelt dat ze in de bouw werkt, wordt ze vaak raar aangekeken. “Mensen verwachten het niet bij mij”, begint ze. In haar dagelijkse leven houdt ze van shoppen, terrassen en kleding. “Het contrast is dan best wel groot ja”, lacht ze.
In Nederland is de bouwsector het minste vertegenwoordigd door vrouwen, zo blijkt uit de laatste cijfers van het CBS. In de bouwnijverheidsector is 12,2 procent vrouw en 87,8 procent man. “Ik merk het op school al. Er zijn gewoon heel weinig meiden.” Niet dat Lieke dat erg vindt. “Ik pas me best makkelijk aan.”
Vroeger verbouwden wij thuis veel en dat vond ik altijd vervelend.
Werken in de bouw is niet iets wat Lieke altijd al heeft gewild. “Vroeger verbouwden we thuis veel en dat vond ik altijd vervelend”, lacht ze. “Ik wilde het leger in of apotheker worden.” Maar dat het uiteindelijk de bouw wordt komt niet helemaal uit de lucht vallen. “Allebei mijn ouders werken in de bouw.” Nadat ze verschillende opleidingen bezoekt met haar ouders, kiest ze uiteindelijk voor de bouw.

Het werken in de sector bevalt Lieke goed. “Het is heel divers en je kan alle kanten op.” Tijdens het eerste deel van haar stage werkt Lieke mee aan een bouwproject in haar eigen woonplaats. De tweede helft maakt ze kennis met de kantoorwerkzaamheden. “Ik maak begrotingen, offertes en vergelijkingen.”
Mannenwereld
Ondanks dat Lieke over het algemeen met veel mannen werkt, houdt ze zich prima staande. “Je moet gewoon een grote mond hebben, dan komt het wel goed.” Wel geeft ze aan soms anders behandeld te worden. “Dat is zeker niet altijd in de negatieve zin hoor!” Zo krijgt ze bijvoorbeeld regelmatig hulp wanneer ze zware spullen moet sjouwen. “Dat vind ik niet erg.”
Meer dames in de bouw
Bij het bedrijf waar Lieke haar stage volgt liggen de cijfers anders dan het landelijk is. “Wij hebben zeventien vrouwen in dienst, waaronder er drie actief werken op de bouwplaats”, vertelt Jacco Snepvangers, hij is de directeur van het aannemersbedrijf. “Daarmee scoren wij wel boven gemiddeld, denk ik.”

Dat er in de sector over het algemeen minder vrouwen werken, noemt directeur Jacco een gemiste kans. “Dames zorgen voor hele andere inzichten en denken over de meest simpele dingen goed na.” Volgens hem zijn vrouwen wat meer empathisch ten opzichte van de mannen. “Wij mannen zijn wat hoekiger.”
Zowel Lieke als de directeur hopen op meer vrouwen in de bouw. Ik denk dat je ervoor moet zorgen dat je op iedere afdeling minimaal één vrouw hebt zitten. Als bedrijf zijnde moet je ook goed profileren dat het niet alleen mannenwerk is, maar ook zeker voor vrouwen.”

“Ik denk dat vrouwen misschien wat afschrik hebben”, meent Lieke. Daarmee doelt ze op de vooroordelen zoals fluiten naar vrouwen of vervelende opmerkingen. “Daar heb ik nog nooit last van gehad, maar je moet natuurlijk ook wel een beetje stevig in je schoenen staan.” De directeur vult aan: “De vooroordelen moet je wegnemen. Daar maken wij ons als bedrijf ook hard voor. Vrouwen hebben net zoveel rechten als mannen.”