Eenzaam heengaan: Hoe gemeenten het laatste afscheid regelen

Stockfoto (uitsnede): Kaja Sariwating - Unsplash
Het komt vaker voor dan menigeen denkt: iemand overlijdt, en er is niemand. Geen familie om te bellen, geen vrienden om afscheid te nemen, geen geld voor een uitvaart. Soms zijn er wel nabestaanden maar willen of kunnen die de begrafenis dan wel crematie niet betalen. De ZuidWest onderzoeksredactie wilde weten hoe in West-Brabant gemeenten dit vacuüm oppakken. Het algemene beeld stelt gerust. Ze zorgen voor een laatste, waardige eerbetoon, zelfs als het leven in stilte eindigde.
Het is een taak die gemeenten op zich nemen, gedreven door de Wet op de Lijkbezorging (WOL), een wet die garandeert dat niemand naamloos verdwijnt. De cijfers variëren: waar in Woensdrecht en Steenbergen dit jaar geen ziel zo eenzaam stierf, zorgde Bergen op Zoom de afgelopen jaren voor de laatste eer van zo’n tien tot vijftien inwoners. Gemeenten als Tholen en Zundert telden slechts enkele van deze schrijnende gevallen, terwijl Roosendaal in één jaar acht keer de rol van opdrachtgever voor een uitvaart moest vervullen. Een echte ‘golf’ van deze eenzame overlijdens is gelukkig niet zichtbaar; de aantallen blijven redelijk stabiel.
Een laatste reis: sober, maar waardig
Wanneer het doek valt en er geen nabestaanden zijn, of wanneer zij de financiële last niet kunnen dragen, neemt de gemeente de regie over. Dit betekent niet dat de overledene in stilte verdwijnt:
- In Moerdijk kiest men voor crematie als de identiteit vaststaat. Is deze onbekend, dan wacht een algemeen graf, voorafgegaan door DNA-afname – een laatste poging om later alsnog een naam aan een ziel te kunnen koppelen. Een intiem afscheid voor mantelzorgers of buren is mogelijk, want ook zij die geen familie zijn, verdienen een moment van rouw.
- Gemeenten schakelen een uitvaartondernemer in voor het verzorgen van het afscheid. De gemeente betaalt de rekening, die meestal tussen de €2.000 en €4.000 ligt.
- Etten-Leur kiest voor een algemeen graf. Mocht er binnen tien jaar alsnog familie opduiken, dan krijgen zij de kans om zich alsnog over de resten te ontfermen.
De zoektocht naar een spoor van leven
Voordat de gemeente de regie neemt, wordt alles op alles gezet om toch nog een spoor van familie te vinden. Het Basisregistratie Personen (BRP) is de eerste stap daarbij. Maar de zoektocht gaat verder:
- Moerdijk stopt de zoektocht zodra één familielid is gevonden; de bal ligt dan bij hen om de rest van de familie en andere nabestaanden in te lichten.
- In Woensdrecht, Bergen op Zoom en Steenbergen worden ook hulpverleners, bewindvoerders of maatschappelijke instanties geraadpleegd – vaak de laatste contacten van een eenzaam persoon.
- Roosendaal gaat nog een stap verder, met zoektochten op sociale media zoals Facebook en LinkedIn, en soms zelfs via de politie.
- Gemeenten melden het dossier ook vaak aan bij het Rijksvastgoedbedrijf, dat verder onderzoek doet naar onbeheerde nalatenschappen. Soms kan hieruit de uitvaart alsnog betaald worden.
Als nabestaanden de uitvaart niet kunnen betalen, schieten de gemeenten te hulp. Vaak verwijzen ze door naar het Werkplein Hart van West-Brabant of ISD Brabantse Wal voor bijzondere bijstand. Sommige gemeenten, zoals Woensdrecht en Bergen op Zoom, geven aan kritisch te kijken naar de draagkracht van familieleden in de eerste graad. Tholen en Roosendaal zeggen direct de kosten op zich te nemen als nabestaanden niet willen of kunnen betalen.
Meer dan alleen kosten: een laatste groet
De vraag of het alleen om geld gaat, of ook om een waardig afscheid, geeft een wat gevarieerder beeld:
- Moerdijk is sober, zonder condoleance of eredienst, maar biedt wel een moment van afscheid voor degenen die dichtbij de overledene stonden.
- Tholen beschrijft de gemeentelijke uitvaart als een “sobere plechtigheid” waarbij het “menselijk aspect centraal” staat.
- Halderberge en Zundert zorgen voor een waardig afscheid en er is altijd iemand van de gemeente aanwezig om de overledene de laatste eer te bewijzen.
- In Woensdrecht, Bergen op Zoom en Steenbergen mogen familie of vrienden spreken als zij dat willen.
- Etten-Leur benadrukt dat de uitvaartondernemer altijd met waardigheid en respect handelt, en dat laatste wensen indien bekend, worden gehonoreerd.
- Roosendaal is hier het meest direct en geeft aan: er is geen plechtigheid.
Gelukkig blijft het fenomeen van de ‘anonieme uitvaart’ – waarbij de identiteit van de overledene onbekend is – zeldzaam. De meeste gemeenten, zoals Moerdijk, Tholen, Woensdrecht, Etten-Leur, Bergen op Zoom, Roosendaal en Steenbergen, hebben dit de afgelopen jaren niet meegemaakt. Halderberge en Zundert meldden elk slechts één geval. Dit toont aan dat er ondanks de eenzaamheid van het overlijden, zelden een mens geheel naamloos blijft.
Een blik op de verschillen en overeenkomsten
Overeenkomsten die verbinden:
- Eindverantwoordelijkheid: Alle gemeenten staan paraat om de uitvaart te regelen als niemand anders dat kan of wil.
- Kostenplaatje: De kosten voor zo’n uitvaart zijn overal redelijk gelijk, wat de transparantie ten goede komt.
- BRP als startpunt: De basisregistratie is de eerste stop in de zoektocht naar nabestaanden.
- Geen externe hulp: De gemeenten vertrouwen op hun eigen structuur en de ingehuurde uitvaartondernemer; dichters of kunstenaars zijn niet betrokken. Elders in Nederland komt dit wel voor.
- Stabiele aantallen: Er is geen dramatische toename in het aantal gemeentelijke uitvaarten te zien, wat geruststellend is.
- Identiteit bekend: De overgrote meerderheid van de overledenen is bekend; anonieme uitvaarten zijn zeldzaam.
Verschillen die de lokale aanpak kleuren:
- De omvang van eenzaamheid: Het aantal gemeentelijke uitvaarten varieert, wat wellicht iets zegt over de demografische en sociale structuur van elke gemeente.
- De warmte van het afscheid: Waar Moerdijk soberheid betracht, streven Halderberge en Zundert naar een actieve, waardige aanwezigheid van de gemeente. Roosendaal kiest voor een zakelijke aanpak zonder ceremonie.
- De helpende hand bij geldgebrek: Sommige gemeenten verwijzen direct door, terwijl anderen sneller zelf de regie lijken te nemen bij financiële problemen.
- De diepte van de zoektocht: Roosendaal omarmt sociale media en politie-informatie, wat een modernere benadering van opsporing is.
- De nalatenschap als mogelijkheid om de uitvaart te bekostigen: Tholen en Etten-Leur benutten actief het Rijksvastgoedbedrijf om kosten te verhalen, iets wat niet overal expliciet wordt vermeld.
Allerlei vormen
Dat het organiseren van dergelijke uitvaarten grote verschillen kent is ook de ervaring van Brigitte Wieman, directeur van de Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen (BGNU). “Hoe gemeenten daarmee omgaan is echt overal anders,” vertelt zij. Sommige gemeenten stellen een opzet op en vragen offertes aan, waarbij de keuze vaak op kosten gebaseerd is. Anderen vragen om een plan, soms met de wens voor een ceremonieel element om de uitvaart meer waardigheid te geven. Wieman voegt toe: “Het kan allerlei vormen hebben. En de een legt net wat meer het ene accent dan de ander.”
Ook de frequentie van dergelijke uitvaarten in een gemeente speelt een rol in de aanpak. “Als het ééns per jaar plaatsvindt, kijk je er wat anders naar dan wanneer het vaker gebeurt,” zegt Wieman.
Kosten en invulling
Over de kosten van deze uitvaarten stelt Brigitte dat uitvaartondernemers altijd proberen de uitvaart op een waardige en menswaardige manier te verzorgen, zelfs binnen een sober budget. Ze legt uit dat een “goedkope uitvaart” vaak vooral een “technische aangelegenheid” is, waarbij er geen uitvaartceremonie of aanwezigheid bij de kist is, en het tijdstip door het crematorium wordt bepaald. De as wordt in de meeste gevallen verstrooid op een strooiveld van het crematorium, als er niemand is om de as aan mee te geven.
Wieman benadrukt het belang van het onderscheid tussen situaties waarin er geen nabestaanden zijn en gevallen waarin nabestaanden de uitvaart niet kunnen betalen. In het laatste geval neemt de gemeente de betaling over, maar de mate waarin rekening wordt gehouden met nabestaanden verschilt per gemeente en per geval.
Geen landelijke richtlijn nodig
Wieman ziet geen noodzaak voor een landelijke richtlijn of ‘ondergrens’ voor de waardigheid van deze uitvaarten. Ze verwijst naar een concept wetsvoorstel dat stelt dat de burgemeester van de gemeente waar het lichaam zich bevindt, zorgt voor de bestemming van het lichaam en dat de kosten ten laste komen van de gemeente. Daarin staat geen specifieke regels. “Soms hoef je dingen ook niet nader te regelen. Ik heb nooit het signaal gekregen dat er in een gemeente onder een bepaalde morele grens wordt gewerkt. Dus dan moet je je afvragen of je er eenheid van wil maken.” Ze voegt eraan toe dat de huidige aanpak ook voordelen heeft: “Daardoor krijg je ook dingetjes die juist heel mooi zijn, die misschien niet zouden ontstaan als je wat meer regelt. Ik heb er op dit moment geen zorg over dat dit niet op een respectvolle manier zal gebeuren.”
We vroegen alle gemeenten uit onze regio om dezelfde vragen te beantwoorden. Zo ook de gemeente Rucphen. Daar lieten ze weten een convenant te hebben met Breda, die dit voor hen organiseert. Vanzelfsprekend hebben we ook bij de gemeente Breda geïnformeerd of zij de gegevens over Rucphen met ons wilden delen. Helaas is daar ook na herhaalde verzoeken geen gehoor aan gegeven.