Etten-Leurse Karima en Djunayd brengen eerbetoon aan Marokkaanse bevrijders

In alle rust en onder een stralende hemel is donderdagmiddag op de Franse erebegraafplaats in Kapelle herdacht dat tachtig jaar geleden een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Tussen de witte zerken staan ook twee inwoners van Marokkaanse afkomst uit Etten-Leur stil bij het offer dat honderden Franse militairen, maar ook 22 Marokkanen, op Nederlands grondgebied brachten.
De herdenking in Kapelle wordt jaarlijks georganiseerd in samenwerking met de Franse en Marokkaanse ambassades. Op de enige Franse militaire begraafplaats in Nederland liggen 229 Franse militairen begraven, onder wie 22 van Marokkaanse afkomst. Zij vochten mét de Fransen mee voor de vrijheid van Europa en Nederland. Voor Karima Bouzambou (38) is het meer dan een herdenking. Ze wil dat een vergeten hoofdstuk uit de geschiedenis eindelijk gehoord wordt. “Onze gemeenschap wordt vaak geassocieerd met negatieve berichtgeving, met overlast. Maar onze voorouders stonden hier, vochten hier, stierven hier. Dit is óók onze geschiedenis.”
Vergeten hoofdstuk
Samen met haar 14-jarige zoon Djunayd loopt Karima langs de rijen graven van soldaten uit Noord-Afrika. Veel van de zerken dragen Arabische namen, stille getuigen van een verleden dat weinig mensen kennen. “Ik wist niet eens dat dit bestond,” zegt Djunayd onder de indruk. “Op school leer je over de bevrijding, maar niet dat ook Marokkaanse mannen hebben meegevochten. En dat ze hier begraven liggen.”
Voor Karima – maatschappelijk betrokken en onder meer actief als fractieondersteuner in het waterschapsbestuur – is dit precies het punt. “We moeten het volledige verhaal vertellen. Niet alleen over de Nederlandse helden, maar ook over de mannen uit Marokko, Algerije, Tunesië. Zij stierven ver van huis, voor een vrijheid die wij vandaag de dag als vanzelfsprekend beschouwen.”
Religies naast elkaar
Louis van der Kallen (76) uit Bergen op Zoom woont de herdenking al dertig jaar bij. Sinds vijf jaar nodigt hij ook Marokkaanse Nederlanders uit. “Te weinig mensen weten dat ook hún voorouders hier vochten. Dit is ook hún geschiedenis,” zegt hij, terwijl hij langs de graven loopt. “En hoe bijzonder is het dat hier christelijke, joodse en islamitische graven naast elkaar liggen? Dat is de echte betekenis van samenleven.”
Verhaal doorvertellen
Tijdens de plechtigheid worden het Wilhelmus, de Marseillaise en het Marokkaanse volkslied gespeeld. De Marokkaanse ambassadeur spreekt over gedeelde offers en verbondenheid tussen volkeren. In het publiek zitten dit jaar opvallend veel bezoekers met een Marokkaanse achtergrond. Voor Karima is dat een teken van groeiend bewustzijn: “We zijn hier niet alleen als burgers van nu, maar ook als erfgenamen van geschiedenis. Dat verdient erkenning.”
Djunayd neemt zich voor om thuis en op school over de herdenking te vertellen. “Het raakte me echt. Deze soldaten waren maar een paar jaar ouder dan ik. Ook mensen zoals ik, met mijn achtergrond, stonden aan het front. Dat moet iedereen weten.”
Oorlog is altijd en overal
Terwijl de muziek verstomt en de stilte neerdaalt over de begraafplaats, denkt Karima aan de ouders van de jonge soldaten. “Dat je kind gaat vechten in een ander land, ver van huis – welke moeder kan dat verdragen?” zegt ze. En ze maakt de brug naar vandaag. “Oorlog en geweld zijn nog altijd overal. In Palestina, in Oekraïne. De wereld leert niet van de geschiedenis. Misschien omdat machtswellust en eigenbelang te vaak winnen van menselijkheid.”
Vrijheid niet vanzelfsprekend
Voor Karima is het belangrijk dat jongeren in Nederland – van álle achtergronden – leren dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, en dat Marokkaanse Nederlanders trots mogen zijn op hun erfgoed. “We zijn méér dan wat men van ons denkt. Dit is het verhaal dat ik mijn kinderen wil meegeven. En hopelijk, via hen, ook hun klasgenoten.”