Roosendaal

Gemeente Roosendaal wil geen asielzoekerscentrum: eerst kwetsbare wijken verbeteren

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (Foto: Shutterstock)

Bianca van Vugt Bianca van Vugt

De gemeente Roosendaal geeft voorlopig geen toestemming voor het inrichten van een asielzoekerscentrum. Dat schrijft burgemeester Han van Midden aan de gemeenteraad van Roosendaal. Het COA, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, had gevraagd om een plek voor 175 tot 200 asielzoekers. Maar Van Midden wil eerst de leefbaarheid verbeteren in kwetsbare wijken en een betere oplossing vinden voor het huisvesten van arbeidsmigranten.

Burgemeester en wethouders van Roosendaal hebben uiterst serieus en zorgvuldig nagedacht over het huisvesten van asielzoekers. Dat schrijft burgemeester Han van Midden in een brief aan de gemeenteraad. Het COA heeft in april gevraagd of Roosendaal ruimte wilde zoeken voor 175 tot 200 asielzoekers. Met later de mogelijkheid dat uit te breiden naar 400 mensen. “We erkennen dat de opvang van asielzoekers een forse opgave is in ons land. Iedereen zal daar zijn bijdrage aan moeten leveren,” aldus de burgemeester.

Opvang asielzoekers is morele verantwoordelijkheid

Van Midden noemt het een morele verantwoordelijkheid van een lokale overheid om asielzoekers op te vangen. “Om die reden worden er in onze provincie dan ook relatief veel mensen opgevangen in de desbetreffende opvangcentra.” Toch zegt Roosendaal nee tegen de komst van een asielzoekerscentrum. Als burgemeester en wethouders alles op een rijtje zetten, vinden ze het een te zware belasting voor hun stad.

Volgens Van Midden heeft Roosendaal meerdere redenen om geen asielzoekerscentrum toe te staan. “Ten eerste vanwege de kwetsbaarheid en weerbaarheid van de Roosendaalse samenleving die in een aantal wijken fors onder druk staat. We zijn in samenwerking met de provincie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties volop bezig om middels een integrale wijkaanpak verbetering te krijgen,” legt de burgemeester uit. “We werken momenteel aan een aantal kwetsbare wijken in Roosendaal. Het zou de druk verder vergroten, terwijl we dat juist willen voorkomen.”

Eerst woonruimte voor arbeidsmigranten en statushouders

Een andere uitdaging ligt bij de huisvesting. Voordat Roosendaal kan zoeken naar woonruimte voor asielzoekers, moet er eerst woonruimte zijn voor arbeidsmigranten. “Roosendaal heeft daarin grote stappen te maken evenals de andere regiogemeenten, in overleg met de provincie. We werken toe naar een aantal centrale huisvestingen zodat de druk in de woonwijken en het centrum ontlast wordt en de leefbaarheid wordt verbeterd,” schrijft Van Midden in de brief. “Geschikte centrale locaties worden momenteel gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Die plekken zijn nu hard nodig.”

Dan is er ook nog de verantwoordelijkheid van gemeenten om genoeg woningen te bieden aan statushouders. Dat zijn mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen. “De gemeente is samen met de woningbouwcorporatie met veel inspanning bezig om aan deze taakstelling te voldoen. Ook hier willen we goed letten op de gevolgen in diverse wijken ten aanzien van de weerbaarheid en leefbaarheid,” legt Van Midden uit.

Andere provincies zijn aan de beurt

De drie genoemde redenen wegen zo zwaar voor burgemeester en wethouders, dat ze het verzoek van het COA hebben afgewezen. Daar komt nog bij, dat de provincie Brabant een plan van aanpak heeft gemaakt voor de opvang van asielzoekers. De provincie wil nog wel kortdurende noodopvang regelen als het nodig is voor de bestrijding van het coronavirus. Maar voor langdurige opvang heeft Brabant genoeg gedaan en is het de beurt aan de rest van Nederland, zo vindt de provincie.

“De conclusie van het provinciale plan is ‘Wij gaan pas op zoek naar nieuwe leads zodra de andere provincies hun opgave hebben gedaan of op ons niveau zitten qua aantal locaties en aantallen personen’,” schrijft Van Midden aan de gemeenteraad. “Brabant is momenteel koploper in de opvang van asielzoekers vergeleken met de rest van Nederland met 9 AZC’s. Wij zullen middels de provinciale en regionale reguliere overleggen in gesprek blijven over de uitdagingen op dit onderwerp met inachtneming van bovenstaande.”