Huiskamers en steunpunten van Groenhuysen gaan in Halderberge over naar Surplus

Surplus neemt vanaf 1 januari 2026 de organisatie van de huiskamers en steunpunten in de gemeente Halderberge over. Op dit moment zijn die nog in handen van Groenhuysen. Met de verandering zeggen beide zorgaanbieders nog beter in te spelen op de behoefte van ouderen in Halderberge.

Voor de steunpunten in Stampersgat, De Blokhut in Bosschenhoofd en St. Anna in Oudenbosch zal Surplus de organisatie vanaf 1 januari op zich nemen. Ook krijgen de beweegactiviteiten op Saint Louis en De Blokhut mogelijk een nieuwe plek binnen het welzijnsaanbod van Surplus. De overname sluit aan bij Surplus’ visie op zorgzame buurten.

Passende voorziening

Volgens bestuurder Anthonie Maranus van Surplus wordt elkaar ontmoeten, samen leven en elkaar helpen nog vanzelfsprekender met de huiskamers. “In iedere kern een plek waar mensen laagdrempelig binnenlopen om samen te eten, een vraag te stellen of iets te ondernemen. Waar inwoners hun kennis en ervaring met elkaar delen, van kleine tot grote vragen.”

Daarnaast blijft Groenhuysen het vertrouwde gezicht voor ouderenzorg in de gemeente Halderberge. Zij gaan zich daarentegen nog specifieker richten op ouderen met een intensieve zorg- en ondersteuningsvraag in de thuissituatie. Op een later moment zal voor hen een passende voorziening binnen één van de centra voor Wonen en Zorg geopend worden, zegt Heleen van Nispen, bestuurder bij Groenhuysen. “Samen met de gemeente Halderberge en Surplus zorgen wij ervoor dat er passende ondersteuning is voor iedere fase bij het ouder worden; van kwetsbaar tot eenzaam thuis tot en met de laatste levensfase in het verpleeghuis.”

Nauwe samenwerking

Samen met de gemeente Halderberge zullen beide organisaties nauw samenwerken om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Zo worden zowel bezoekers, inwoners als medewerkers geïnformeerd en ondersteund. Ook wethouder Patrick Schouw is blij met de overname: “Ik ben blij dat de huiskamers en steunpunten door Surplus overgenomen zullen worden. Zo kunnen we onze inwoners van goede ondersteuning voorzien.”