Nieuwe afspraken versterken de brandweerzorg in Woensdrecht
Het convenant is maandagochtend ondertekend (foto: gemeente Woensdrecht)
De gemeente Woensdrecht heeft samen met de Veiligheidsregio Midden- West-Brabant (VRMWB) en de vliegbasis Woensdrecht een nieuw convenant ondertekend. Daarin staan afspraken over de brandweerzorg in de gemeente Woensdrecht. Volgens burgemeester Steven Adriaansen is de extra inzet vanuit de vliegbasis “een zeer welkome aanvulling”.
Eerder spraken de drie organisaties al af dat de brandweer van vliegbasis Woensdrecht ingezet kan worden bij incidenten op bedrijventerreinen De Kooi en Business Park Aviolanda. Met het nieuwe convenant worden deze afspraken uitgebreid. De brandweer van de vliegbasis kan daardoor vanaf nu voor incidenten in de gehele gemeente Woensdrecht ingezet worden.
Onderbezetting
Burgemeester Adriaansen is in ieder geval blij met het het nieuwe convenant. “Het biedt onze inwoners extra brandweerzorg bovenop de inzet van onze brandweervrijwilligers. In sommige dorpen kampen wij met een onderbezetting op de reguliere brandweerposten, waardoor de hulp vanuit vliegbasis Woensdrecht een zeer welkome aanvulling is.” Daarnaast wordt volgens de burgemeester de samenwerking tussen de gemeente, de VRMWB en vliegbasis Woensdrecht bekrachtigd.
Daar sluit Commodore Cengiz Sahan, Commandant Air Support Command van de vliegbasis Woensdrecht, zich bij aan. “Samen met omliggende brandweerkorpsen optreden maakt dat we elkaars procedures leren kennen, sneller op elkaar ingewerkt zijn en burgers in de omgeving van de vliegbasis
brandweerzorg kunnen verlenen wanneer dat nodig is. In het huidige maatschappelijk tijdsgewricht versterken we hiermee de organisatie van brandweerzorg en crisisbeheersing zowel civiel als militair.”
Robuuste brandweerzorg
Ook de directeur/regionaal commandant VRMWB Jolanda Trijselaar ziet voordelen aan het nieuwe convenant. “Met dit convenant intensiveren wij de samenwerking. Samen bieden wij nu in heel de gemeente Woensdrecht een robuuste brandweerzorg, waarbij we elkaar versterken en van elkaar kunnen leren”, aldus Trijselaar.