Onduidelijkheid over storten van afval Roosendaalse carnavalswagens blijft

Er is volgens de gemeente Roosendaal geen verandering doorgevoerd als het gaat om het storten van het afval van carnavalswagens bij Saver. Dat laat het college van burgemeester en wethouders weten. Volgens het college is er jarenlang gedoogbeleid geweest.

Het zou al sinds 2020 zijn dat Roosendaalse bouwclubs weten dat ze hun afval niet meer naar Saver mogen brengen. Het grondstoffencentrum is namelijk alleen bestemd voor huishoudelijk afval. Bedrijven en stichtingen kunnen daar dus niet terecht. Volgens het college zijn de bouwclubs daar toentertijd over geïnformeerd.

Waarom mochten de bouwclubs dan tot vorig jaar nog wel hun afval storten bij Saver? “Door Saver is hier in eerste instantie coulant mee omgegaan.” Maar die tijd is voorbij, want er wordt ondertussen een stuk strenger gekeken naar afval dat niet van huishoudens komt, aldus het college. “Er is dus geen sprake van een wijziging, maar wel van strenger toezicht.”

Wij zijn niet geïnformeerd.

Bas Schmal is voorzitter van bouwclub de Kurketrekkers. Hij snapt deze reactie deels. “Alleen hebben wij die boodschap destijds niet zo opgevangen.” Hij legt uit dat in 2019 het systeem van Saver veranderde van een X aantal keren per jaar het afval gratis storten, naar afval zoveel mogelijk scheiden en voor enkel het restafval betalen. Vanuit Saver heeft de bouwclub niet gehoord dat ze hun afval eigenlijk niet meer mogen storten bij het grondstoffencentrum.

“Wij zijn niet geïnformeerd”, aldus Schmal. “Er wordt verwezen naar een gedoogbeleid, dat is niet zoals wij het toen hebben ontvangen. We weten dat bedrijven ergens anders hun afval moeten storten. Maar daar hoefden wij nooit naartoe.” In 2024 zou er zelfs nog een gratis stort-dag zijn geweest voor bouwclubs uit Rucphen.

Vergoeding voor afval storten

Volgens het college is er in 2019 met de bouwclubs afgesproken dat zij jaarlijks een bijdrage krijgen voor hun wagen. Clubs die een kleine wagen bouwen, krijgen 120 euro. Iedere club die een grote wagen bouwt, ontvangt 480 euro. Het gaat om vaste bedragen. Het idee hierachter is dat bouwclubs daardoor duurzamer met hun materialen omgaan. “Hoe duurzamer een bouwclub met materialen omgaat, des te lager de kosten zijn.” Het college staat nog steeds achter deze bedragen.

Die bedragen waren volgens Schmal ook altijd prima. “Als we ons afval zoveel mogelijk scheidden, dan kwamen we altijd goed uit met het geld.” Maar nu de bouwclub naar een alternatief moet gaan zoeken, en dus voor ál het afval moet betalen, zijn die bedragen te weinig. “We moeten dus op zoek naar een vuilverwerker die een gunstig tarief hanteert. Of we moeten op zoek naar sponsoren binnen de vuilverwerking.” Wat moet, dat moet, snapt Schmal. “Maar het is zonde, want nu maakt scheiden niet meer uit.”