Politieke partijen willen weten of er nog een azc in de gemeente Roosendaal komt

Nog geen twee maanden en dan is het 1 juli. Dat is de dag waarop – volgens de Spreidingswet – alle opvanglocaties voor asielzoekers in Nederlandse gemeenten klaar moeten zijn voor gebruik. In Roosendaal is het sinds het afkeuren van de mogelijke azc-locatie in Heerle stil gebleven. Een alternatief was er op dat moment namelijk niet. De partijen Vitaal Liberaal en Burger Belangen Roosendaal (BBR) vragen zich af wat de status nu is.

Met zestien stemmen voor en achttien stemmen tegen was de Roosendaalse raad erg verdeeld over de mogelijke komst van een azc bij Heerle. De locatie aan de Bergsebaan maakte uiteindelijk dat er tegen het voorstel werd gestemd. De ligging – langs de snelweg en een spoorweg en naast een afvalverwerkingsbedrijf – zou niet goed genoeg zijn.

Sindsdien is het stil. En dat terwijl 1 juli steeds dichterbij komt. “Wat is de actuele stand van zaken?”, vraagt Vitaal Liberaal zich af. En: “Welke concrete stappen zijn sinds het raadsbesluit genomen om tot een geschikte locatie te komen?” Ook vraagt de partij zich af of het college nog steeds wil voldoen aan de opdracht om maximaal 300 asielzoekers op te vangen.

Alternatieve locatie

Burger Belangen Roosendaal vraagt zich af of er al een alternatieve locatie op het oog is. Daarbij wil de partij een ’transparante toelichting over mogelijke locaties, zoekgebieden of samenwerkingen met andere gemeenten en de stand van zaken hierbij’.

Wat minder met een azc te maken heeft, maar wel met de inwoners van Heerle, is de volgende vraag vanuit de BBR. “Uit vele reacties en documenten blijkt dat op de locatie in Heerle veel negatieve omgevingsfactoren zijn, welke ook voor omwonenden voor veel overlast zorgen. U was bereid hiernaar te kijken en te handelen als het azc daar zou komen. Geldt deze toezegging nu nog steeds richting de vaste bewoners?”, aldus de partij. Daarmee wordt gedoeld op bijvoorbeeld de geluids- en stankoverlast.

Het college van burgemeester en wethouders heeft vier weken de tijd om op de raadsvragen te reageren.