Roosendaal wil ratten voortaan dood laten schieten met persluchtbuks

De gemeente Roosendaal wil ratten voortaan laten doodschieten met een persluchtbuks. Donderdagavond heeft een speciale rattenbestrijder een proef gedaan in het Vrouwenhof. In twee uur tijd zijn er tien ratten gedood. De gemeente noemt de methode succesvol en is van plan dit vaker te doen.

Het was de eerste keer dat Roosendaal een test heeft gedaan met het beschieten van ratten. De methode is in Zuid-Hollandse gemeenten al gebruikt, maar de provincie Noord-Brabant staat het pas sinds begin dit jaar toe. De gemeente is enthousiast over de proef. “De rattenbestrijder was gisterenavond tussen 21.00 en 23.00 uur actief in het Vrouwenhof. Dit heeft een totaal van 10 dode ratten opgeleverd,” laat de gemeente weten. “Een mooi resultaat voor een pilot. Zeker gezien het feit dat er heel veel planten met bladeren zijn die het zicht beperken.”

Speciale loodvrije kogels die rat op slag zou doden

Niet iedereen mag zo maar op ratten schieten. Sterker nog, het is voor particulieren verboden. In Roosendaal is er daarom een gecertificeerde rattenbestrijder aan de gang geweest. Die is op pad gegaan met twee flora en fauna-medewerkers van de gemeente. Met een thermische camera, waarmee je warmte kunt zien, kijkt de bestrijder eerst waar de ratten zitten. Het schot neemt hij of zij met een speciale luchtbuks waar ook nog een nachtkijker op zit.

Volgens de gemeente is dit een effectieve manier om ratten te bestrijden. “Er wordt zeer gericht geschoten met een speciale loodvrije stopkogel, die de rat op slag doodt. De kogel blijft in de rat en veroorzaakt geen beschadigingen.” Voor toevallige voorbijgangers zou het ongevaarlijk moeten zijn, zolang ze maar op minstens 30 meter afstand zijn. “De kogeltjes zijn extreem lichtgewicht. Hierdoor zijn deze na 30 meter al niet meer gevaarlijk voor mens, huisdier of inventaris.”

De gemeente Roosendaal ziet de methode wel zitten. “Omdat deze pilot een positief resultaat heeft opgeleverd, wil de gemeente deze manier van rattenbestrijding hoogstwaarschijnlijk vaker gaan toepassen.”