Roosendaal

Roosendaalse ambtenaren willen onafhankelijk vervolg na ‘giftig samenspel’

Het Huis van Roosendaal (foto: ZuidWest Update)

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

Vertegenwoordigers van het personeel van de gemeente Roosendaal reageren kritisch op het rapport Giftig Samenspel, over de angst- en bestuurscultuur binnen de organisatie. Ze geven aan de eerste initiatieven tot verbetering te waarderen maar ook dat er méér moet gebeuren. Blijkbaar vindt nog niet iedereen dat het college en de directie inzien hoe dringend de situatie is.

De ondernemingsraad (OR) en het Lokaal overleg Roosendaal (LO; waarbij werkgever en vakbonden lokale afspraken maken over arbeidsvoorwaarden of sociale plannen) spreken namens de medewerkers van ‘wisselende gevoelens’. Dit naar aanleiding van het verschenen rapport en het daaropvolgende politieke en publieke debat. Volgens hen toont het rapport aan dat er nog veel werk aan de winkel is. Nog niet door iedereen in de organisatie wordt ervaren dat directie, wethouders en burgemeester de werkelijke urgentie inzien, zo staat in de brief.

Een interne brief van 18 september, gericht aan burgemeester Mark Buijs en directeur Henk Klaucke, is in handen van de redactie van Streekomroep ZuidWest. Hoewel de opstellers ervan positief zijn over de veranderingen die al zijn doorgevoerd, benadrukken ze dat het rapport geen ‘zand erover’ mag betekenen.

Eerste stappen: excuses en compensatie

Het schrijven heeft het over schoon schip maken. En daarvoor zijn volgens de opstellers een aantal voorwaarden noodzakelijk, op korte termijn. Er dient een schadevergoeding* te komen voor medewerkers die ernstig zijn geraakt door wat er is gebeurd. Die moeten persoonlijk worden benaderd en geholpen. De algemene excuses die al werden aangeboden zijn goed, maar persoonlijke excuses zijn net zo goed nodig. Ook mensen die de organisatie hebben verlaten vanwege de onveilige werksfeer verdienen alsnog aandacht. Medewerkers die van positie zijn veranderd of te maken hebben gehad met integriteitsonderzoeken, dienen door de directie uitgenodigd te worden om te bespreken wat er is gebeurd.

Het rapport stelt volgens de brief dat de directie en de ‘hulplijnen’ (vertrouwenspersonen) onzichtbaar waren en dat hun rol onduidelijk was. De OR en LO nemen die signalen serieus en vinden dat directie en de hulplijnen zelf kritisch moeten kijken naar hun rol. Daarom zijn ze in deze fase niet de aangewezen personen om op terug te vallen.

Een onafhankelijke blik is nodig

Het vertrouwen van medewerkers in een veilige werkomgeving is de afgelopen tijd gegroeid, maar is nog kwetsbaar. Herstel kan zeker, door het inzetten van een onafhankelijke externe die de organisatie goed onderzoekt. Medewerkers moeten vervolgens in een veilige omgeving kunnen vertellen wat er fout is gegaan en wat er beter kan.

De uitkomsten van het nadere onderzoek moeten worden opgepakt in een onafhankelijke stuurgroep, die werk maakt van het creëren van een onafhankelijke vertrouwenscultuur. Die krijgt alvast wat handvatten mee, zoals het actief versterken van de meldcultuur. De aanwezigheid van de medezeggenschap is daarbij belangrijk, maar die van personeelszaken en directie zijn dus wat betreft de vertegenwoordigers van de medewerkers voorlopig niet gewenst. De opsteller van het rapport Giftig Samenspel wordt gezien als een goede voorzitter van de stuurgroep.

* Bijzonder is dat een eerdere politieke motie van Lijst de Regt, die compensatie voorstelde voor beschadigde ambtenaren, het niet haalde en bij gebrek aan draagvlak zelfs werd ingetrokken.