Stikstof problematisch voor de natuur? ‘Kijk naar de bodem, dáár ligt het antwoord’
Bosgebied bij Ossendrecht.
Stikstof houdt de gemeente Woensdrecht en de Zuidwesthoek letterlijk in de klem. Maar voor de natuur op de hoge zandgronden kan bodemherstel het antwoord zijn op het stikstofprobleem – stellen Ton Hendrickx en Peter Blommerde. Zij zijn vanavond, donderdag 18 september, sprekers op de discussiebijeenkomst van Dorpsplatform Ossendrecht in De Drieschaar. “Bij stikstof denkt iedereen wat er in de lucht zit en wat vanuit Antwerpen en andere industriegebieden op ons afkomt”, zegt Ton Hendrickx. “Maar het begint bij de bodem. Dáár ligt het antwoord.”
Ton Hendrickx is geboren en getogen op de Brabantse Wal, in het buurtschap Calfven bij Ossendrecht. Hij is voor de BBB algemeen bestuurslid bij Waterschap De Brabantse Delta, maar Hendrickx wil de kwestie benaderen vanuit een niet-politiek oogpunt: “Dit staat helemaal los van politieke partijen of belangen. Ik ben opgegroeid op Calfven, aan de rand van de Brabantse Wal. Met mijn opa liep ik eind jaren zestig al in de bossen. Als je nu, ruim vijftig jaar later, dezelfde plekken bezoekt, zie je hoe sterk de natuur achteruit is gegaan. Dat doet pijn, zeker als je weet waar dat vandaan komt.”

Waar ligt de kern van het probleem?
“De Brabantse Wal is een kwetsbaar gebied: schrale zandgronden, dichtbij industrie en havenactiviteiten in Antwerpen. Vanaf de jaren ’50 tot ongeveer 2000 heeft de natuur hier enorm veel klappen gekregen. Denk aan zwavel, stikstofoxiden en ammoniak uit landbouw en industrie. Dat heeft geleid tot verzuring van de bodem. En wat veel mensen niet beseffen: die historische schade is nooit hersteld. Terwijl boeren elke paar jaar hun akkers bekalken om verzuring te neutraliseren, is dat in onze natuurgebieden niet gebeurd.”
In beleid en media gaat het bij aantasting van de natuur vooral over stikstof. U zegt: kijk naar de bodem. Hoe dan?
“Inderdaad. In Nederland is de zogeheten stikstofdepositie -de neerslag van stikstof- bijna synoniem geworden met natuurbescherming. Terwijl je de natuur ook kunt helpen door letterlijk onder je voeten te kijken. Zelfs als de stikstofuitstoot morgen nul zou zijn, wat praktisch gezien ónmogelijk is, blijft de bodem in de Brabantse Wal zuur. Die zuurgraad, de pH-waarde, zit vaak tussen 2,5 en 3, terwijl die eigenlijk richting 4,5 à 5 moet. Zonder herstel blijft de natuur verder achteruitgaan.”
Hoe kan bodemherstel er in de praktijk uitzien?
“Je kunt denken aan circulaire en duurzame middelen. In Yerseke worden jaarlijks 70.000 ton mosselschelpen opgevist. Die bestaan voor meer dan 90 procent uit kalk, en verdwijnen nu grotendeels terug in zee. Terwijl je ze uitstekend kunt gebruiken om bossen te bekalken. In Scandinavië wordt as van verbrand hout, rijk aan calcium en magnesium, teruggebracht naar de bossen. Wij halen hout hierheen om te verbranden en sturen de as terug naar Noorwegen. Dat zou je ook bij ons kunnen inzetten, maar de wetgeving loopt hier nog achter.”
Wat levert dat op voor de natuur?
“Je stopt de achteruitgang. Bomen worden weerbaarder, wortels groeien beter en de bodemorganismen – schimmels en bacteriën – komen terug. Daarmee kan vocht beter worden vastgehouden en zie je dat bossen herstellen. In projecten waar dit al is geprobeerd, zoals het Edese Bos of in Ossendrecht zelf, zijn de resultaten zichtbaar. Het duurt jaren, maar je ziet het verschil.”
En wat betekent dat voor de stikstofdiscussie?
“Het kan lucht geven. We zitten nu in een situatie waarin woningbouw, landbouw en bedrijfsleven ‘op slot’ zitten vanwege stikstof. Terwijl de Europese richtlijn alleen zegt: natuur mag niet verder achteruitgaan. Door ook aan andere knoppen te draaien, zoals bodemherstel en waterhuishouding, kun je wel degelijk vooruitgang boeken. Alleen focussen op stikstof is te eenzijdig.”
Is herstel nog mogelijk, of is de Brabantse Wal een verloren zaak?
“Zeker niet verloren. Maar je moet realistisch zijn: het heeft decennia gekost om de bodem zo ver te verzwakken. Het duurt ook tientallen jaren om het te herstellen. Ik schat ergens tussen de dertig en vijftig jaar. Maar het belangrijkste is dat we beginnen. Hoe langer we wachten, hoe dieper de natuur wegzakt.”
Wat kunnen bezoekers donderdagavond verwachten?
“Een levendige discussie en vooral een alternatieve kijk op natuurbeheer. Samen met Peter laat ik zien hoe we de problemen beter kunnen begrijpen en aanpakken. We hopen dat mensen daarna met een ander perspectief naar hun eigen leefomgeving kijken: niet alleen naar de lucht en naar stikstof, maar juist ook naar wat er in de bodem gebeurt.”