Tussen de grote namen traint turner Gijs (17) voor de perfecte routine
West-Brabant kent een hoop bijzondere sporten en sporters met ieder hun eigen verhaal. Deze zomer trekt ZuidWest Update door de regio om op zoek te gaan naar deze verhalen. Van de touwtrekvereniging tot de Nederlands kampioene squash en van Etten-Leur tot aan Woensdrecht, er komt van alles voorbij deze zomer. Met vandaag: turntalent Gijs Franken uit Roosendaal.
Al van kleins af aan is de 17-jarige Gijs al in de turnhal te vinden. “Ze zagen dat ik talent had en ik maakte grote stappen. Uiteindelijk ben ik in Rotterdam bij het topsportcentrum beland”, vertelt hij. Hij is begonnen bij de turnvereniging in Roosendaal, maar maakte al snel maakte de overstap naar Zwijndrecht die nu in Rotterdam trainen, omdat daar meer mogelijkheden zijn. “Het is hier professioneler, rustiger en we hebben meer tijd om dingen te analyseren”, legt hij uit.
Daarnaast staat de turnvloer op een podium, net zoals dat bij grote wedstrijden ook is. “Dat is een goede nabootsing van hoe het op grote toernooien is.” Dat kwam bij het afgelopen NK goed van pas, want toen stond Gijs voor het eerst tussen de grote namen. “Het ging heel goed, maar ik had wel meer gehoopt”, zegt hij. In de aanloop naar het kampioenschap is hij regelmatig niet fit geweest en dus was de voorbereiding niet optimaal. “Ik ben blij hoe ik mij heb getoond in mijn debuutjaar en dat biedt perspectief voor de komende jaren.”
Meerkamp
Voor Gijs is op dit moment geen turnonderdeel te gek en dus doet hij op toernooien de meerkamp. “Ik doe de vloer, voltige, ringen, sprong, brug en rek. Dus dat zijn er zes.” Dat is tijdens wedstrijden soms best pittig. “Het belangrijkste is dat je het per toestel turnt en met een helder koppie begint.” De voldoening na afloop is voor hem groot bij de meerkamp. “Je kan wel vier onderdelen turnen, maar dan mis je er altijd nog twee.”
En van die zes moet er toch een favoriet zijn misschien. “Dat wisselt eigenlijk elk jaar wel een beetje. Dit jaar was dat burg.” Dat was een onderdeel waarop hij veel moest verbeteren en dus in de winter veel op getraind heeft. “Ik merkte dat ik daar steeds beter op werd en dat vind ik leuk. Daarom is het nu mijn favoriete toestel”, zegt hij met een lach. Gijs zijn doel is om in de toekomst de meerkamp te blijven doen. “Met twee toestellen die eruit steken, zodat je ook een toestelfinale kan halen op toernooien.” Welke dat zijn, weet hij nog niet.
Genoeg ambitie
Aan ambitie ligt het niet bij de jonge sporter, want na het NK heeft hij de smaak te pakken. Er zit namelijk nog veel meer verbetering in, denkt Gijs. “Dat is turnen, er zit altijd nog meer verbetering in en je bent altijd op zoek naar de perfectie.” Hij vindt zichzelf ook een perfectionist, geeft hij toe. “Ik wil de lat altijd een stukje hoger leggen, ook al heb ik hem geraakt.”
In de training heeft hij ook veel aan zijn trainingsgenoten, want een aantal van hen zijn al op de Olympische Spelen geweest. Ook daar kan hij veel van leren. “Zij zijn zo relaxed tijdens wedstrijden, dat is iets dat ik zelf nog kan verbeteren.” In het begin was het voor hem wel even wennen om met hun mee te trainen, maar dat gaat nu heel goed. “Ik zie ze tijdens de training, maar ook daarbuiten. Ze zijn als een soort broers voor me.”
Gijs heeft zijn volgende doel al op de planning staan: het WK van 2026 in Rotterdam. “Dat is het hoofddoel nu, maar het is nu groot dromen en klein denken. Dus nadenken over wat ik nu kan doen en dat is mijn programma beter maken. Het automatisme erin krijgen en vrij leren turnen op grote wedstrijden”, aldus Gijs.