Waterschap sluit 2024 beter af dan verwacht: ‘Slechts 1,1 miljoen tekort’

Het gebouw van Waterschap Brabantse Delta bij Bouvigne in Breda. (Google StreetView)
Het leek een zwaar financieel jaar te worden, maar Waterschap Brabantse Delta sluit 2024 af met een meevaller. Waar eerder nog werd gerekend op een tekort van ruim 10 miljoen euro, komt het uiteindelijke verlies uit op ‘slechts’ 1,1 miljoen. Dat blijkt uit de jaarrekening die onlangs is vastgesteld door het algemeen bestuur.
De lagere kapitaallasten en hogere belastingopbrengsten zijn de belangrijkste reden dat het resultaat flink is meegevallen. De accountant heeft de jaarstukken gecontroleerd en goedgekeurd. Toch is er wel sprake van een tekort, zowel bij het beheer van het watersysteem als bij de zuiveringsinstallaties. De verliezen -37.000 euro bij watersysteembeheer en iets meer dan een miljoen bij zuiveringsbeheer- worden opgevangen door inzet van tariefegalisatiereserves.
Meevallers
De tariefegalisatiereserves ontstaan door financiële meevallers in de jaarrekening toe te voegen. Bij de begroting/meerjarenraming worden ze vervolgens ingezet voor verlaging van de belastingtarieven, zodanig dat er een gelijkmatige ontwikkeling van de belastingtarieven ontstaat. Op deze manier wordt het geld teruggegeven aan de belastingbetaler.
Muskusratten
Verder zijn enkele oude voorzieningen opgeheven, waaronder die voor het en de muskusrattenbestrijding. Die laatste liep van 2021 tot 2024 en had als doel het terugdringen van de muskusrat tot aan de landsgrens. De kosten daarvan zijn volgens plan gedekt.
De bijdrage van de drie deelnemende Brabantse waterschappen aan de gezamenlijke regeling voor muskusrattenbestrijding is voor 2024 vastgesteld op bijna 973.000 euro per deelnemer.
Vertrouwen voor toekomst
Al met al noemt het waterschap het een financieel verantwoord jaar. Ondanks het verlies is er sprake van een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting. De financiële situatie stabiel, en dat geeft vertrouwen voor de toekomst – aldus dagelijks bestuurder Karin van den Berg. Volgens haar is er “hard gewerkt om grip te houden op de kosten en dat blijft de komende jaren een belangrijk speerpunt.”