Putte

Wethouder Lars van der Beek leest voor aan leerlingen van basisschool Op Dreef

Emma Janvier Emma Janvier

Met grote ogen en open monden luisteren zo’n twintig kleuters van basisschool Op Dreef uit Putte aandachtig naar de Woensdrechtse wethouder Lars van der Beek. Hij leest het boek ‘Kikker is kikker’ aan ze voor. Verspreid door het klaslokaal liggen de boekjes van Kikker is kikker, en hangen posters en tekeningen van de kikkerboeken. Speciaal vanwege de Nationale Voorleesdagen heeft de klas het kikkerthema helemaal omarmd.

Tot en met 3 februari staat het land in het teken van de Nationale Voorleesdagen. Hiermee wordt er aandacht geschonken aan het voorlezen van kinderen van nul tot zes jaar. Volgens onderwijswethouder Van der Beek is het enorm belangrijk dat hier genoeg aandacht aan besteed wordt. “Als kinderen op jonge leeftijd voorgelezen worden, helpt dat enorm bij hun taalontwikkeling en later bij het lezen en schrijven. Bovendien vinden kinderen het ook heel leuk.”

Dat kinderen het leuk vinden om voorgelezen te worden blijkt inderdaad uit de doodse stilte die in het klaslokaal hangt terwijl de wethouder voorleest. De ene ligt op de grond op zijn buik, de ander zit op een bankje tegen het raam aan. Als de wethouder klaar is en vraagt of ze het leuk vonden, klinkt er volmondig ‘Ja!’

Extra aandacht voor lezen en schrijven

“Ik krijg wel signalen dat het belangrijk is dat er extra aandacht wordt gegeven aan lezen en schrijven”, vertelt van der Beek. “Na de coronatijd is het niveau van lezen en schrijven wel wat achteruit gegaan.” Gelukkig vindt hij het helemaal niet erg om voor te komen lezen bij de kleuters. “Ik vind het heel leuk om te doen. Vroeger las ik ook altijd voor aan mijn eigen kinderen.”