Bomen langs de Molenbeek moeten plaatsmaken voor trekvissen
Vragen van raadslid Jos Heeren van de VLP konden de vier zilveresdoorns niet redden. De bomen langs de Molenbeek moeten gekapt worden om plaats te maken voor een vistrap. Een vistrap is een waterbouwkundig kunstwerk, dat vissen toegang geeft tot een door een dijk, dam, stuw of sluis ontoegankelijk geworden achterland. De bomen worden nog vóór 15 maart gekapt. Wel komen er acht bomen voor terug op een andere locatie.
Door: Kitty Joachems
In zijn schrijven aan het college stelt Heeren dat er geen vergunning is afgegeven om deze vier bomen te kappen. Hij constateert dat de bomen zogenaamde hoofdstructuurbomen zijn wat betekent dat behoud van deze bomen vooropstaat. Als deze bomen ten onrechte gekapt worden kan een financiële compensatie geëist worden.
Niet op de kaart
Verantwoordelijk wethouder Inge Raaijmakers beaamt in haar antwoord dat de bomen hoofdstructuurbomen zijn. “Omdat ze niet op de bomenkaart staan is een kapvergunning toch niet nodig”, schrijft ze. En gezien het feit dat er een fysieke compensatie plaatsvindt, er komen immers acht nieuwe bomen voor terug op een andere plek, is financiële compensatie niet aan de orde.
Ecologische verbindingszone
Voordat besloten werd om de zilveresdoorns te kappen is onderzocht of dit echt noodzakelijk was en of er alternatieven zijn. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de Molenbeek de beste keuze is voor de vistrap omdat deze waterloop ook een ecologische verbindingszone is. “De aanleg van een vistrap draagt bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit, doordat er meer uitwisseling van vissoorten kan plaatsvinden. Hiermee voldoet Roosendaal aan de wettelijke verplichting van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)”, aldus Raaijmakers.
Tot aan België
“Door de vistrap worden de laatste drie stuwen in de Molenbeek door de stad vispasseerbaar gemaakt waardoor trekvissen tot aan de Belgische grens kunnen migreren”, legt de wethouder uit. De vistrap wordt door het waterschap aangelegd, onderhouden en betaald.