Roosendaal

Is een bedrijventerrein geschikt voor huisvesting arbeidsmigranten?

Foto gemaakt door Mart van Osta, één van de bezorgde ondernemers op het Majoppeveld.

Onderzoeksredactie Onderzoeksredactie

In Roosendaal woedt een juridisch en maatschappelijk conflict tussen lokale ondernemers en de gemeente over de huisvesting van arbeidsmigranten op een bedrijventerrein aan de Atoomweg en het Spectrum. Al vijf jaar proberen ondernemers het plan van uitzendorganisatie ICE Agency tegen te houden, dat voorziet in het plaatsen van 150 containers als woonunits voor arbeidsmigranten.

Mart van Osta, een van de zeven betrokken ondernemers, verwoordt wat er leeft onder de omliggende bedrijven: “We maken ons ernstige zorgen over veiligheid, leefbaarheid én onze ondernemingsvrijheid.” De directeur van de uitzendorganisatie kijkt héél anders naar de kwestie en hoopt dat het initiatief juist een kans krijgt.

De kern van het conflict

Op het bedrijventerrein verrijzen metalen wooncontainers, vier hoog gestapeld, bedoeld als tijdelijke verblijven voor arbeidsmigranten. Dit leidt tot grote bezorgdheid bij zowel de eigenaar van Van Osta Transport en Van Osta Truck & Carwash als zijn buren: SMS Metaal Service, INOFEC, Van der Ven Autorecling en Peter van der Wouw Tanktransport. Ze vrezen onder andere klachten over geluidsoverlast, risico’s voor brandveiligheid, en dat hun bedrijfsvoering beperkt wordt door de nabijheid van woonfuncties. Volgens Van Osta is de locatie simpelweg ongeschikt: “Op en om het terrein is niets te beleven, buiten zitten in de herrie is niet te doen.”

Daarnaast wijzen de ondernemers op infrastructurele tekortkomingen: het ontbreken van veilige wandel- en fietsroutes, en een algemeen gebrek aan voorzieningen. Ze vrezen dat de tijdelijke bewoners noodgedwongen rond zullen zwerven op het terrein, met mogelijke overlast tot gevolg.

Juridisch getouwtrek

In de afgelopen jaren zijn vijf rechtszaken gevoerd tegen de gemeente, die de vergunningen verstrekt. “We hebben met een zevental bedrijven een jurist ingehuurd die onze belangen behartigt,” zegt Van Osta. In de eerste drie van die zaken kregen de ondernemers gelijk, met name op het punt van geluidsnormen. De bouw moest stilgelegd worden omdat niet bewezen kon worden dat aan deze normen voldaan zou worden.

ICE Agency vroeg vervolgens aan de rechter om opheffing van de bouwstop, met als reden dat ze al containers hadden aangeschaft en deze tegen hoge kosten moesten opslaan. De rechter stond dit toe, maar uitsluitend op eigen risico: als later blijkt dat de vergunning niet geldig is, draait ICE zelf op voor de kosten.

De vijfde en meest recente rechtszaak – een zogenoemde bodemprocedure – werd op 19 juni behandeld. Een uitspraak wordt pas over acht tot veertien weken verwacht, terwijl de bouw inmiddels gewoon doorgaat. Van de 150 geplande containers staan er al 100 op het terrein.

Gemeente en uitzendorganisatie trekken samen op

De ondernemers voelen zich niet serieus genomen door de gemeente Roosendaal, die volgens hen te veel samenwerkt met ICE. “Elke keer als er een rechtszaak is, gaat ICE samen met de gemeente naar de rechtszaak toe. Dan denk ik: als je als gemeente onafhankelijk wilt zijn, wees dan ook echt onafhankelijk,” stelt Van Osta. Hij haalt een in zijn ogen pijnlijke uitspraak aan van de gemeentelijke jurist, over de tijdelijke aard van de huisvesting: “Wat zit je nou te zeuren, het is maar tijdelijk, dat moeten die mensen maar pikken en slikken.” Volgens Van Osta getuigt dit van minachting voor de bewoners.

Van Osta is bovendien verbaasd dat de gemeente zich beroept op oude regelgeving. Hoewel de gemeenteraad inmiddels een beleid heeft vastgesteld dat arbeidsmigrantenhuisvesting op bedrijventerreinen verbiedt, geldt dat niet voor deze aanvraag, omdat die dateert van vóór oktober 2020. Van Osta reageert verontwaardigd: “De vergunning moet nog worden verstrekt. Dan kan je toch niet regels hanteren die niet meer gelden?”

Zorgen over veiligheid en leefbaarheid

Naast juridische aspecten zijn er ook forse zorgen over brandveiligheid. De containers zijn met hout bekleed en vier hoog gestapeld, met alleen vluchtwegen aan de voorzijde. “Als er aan de voorkant brand uitbreekt, kun je geen kant uit,” waarschuwt Van Osta. Bovendien is hij kritisch op de manier waarop geluidsmetingen worden uitgevoerd: ICE mag zelf een meetbureau aanstellen. “Dan krijg je: de slager keurt zijn eigen vlees.”

Ook het wooncomfort van de arbeidsmigranten baart zorgen. Door de continue industriële geluiden zouden ze onvoldoende rust kunnen vinden, wat weer tot overlast zou kunnen leiden. “Als die mensen 24/7 zodanig geluid ervaren waardoor ze niet kunnen slapen… dan vrezen wij dat ze over het terrein gaan zwerven,” aldus Van Osta.

Politieke en juridische reflectie

Raadslid René van Broekhoven (Roosendaalse Lijst) was eerder bij het dossier betrokken, is kritisch op de gemeente en noemt de huisvesting “abominabel”. Hij stelt: “Ik zou mijn hond daar nog niet eens willen onderbrengen.” Volgens hem houdt de gemeente te star vast aan formele kaders en laat zij kansen liggen om met de raad in overleg te treden over een duurzamere aanpak. Hij stelt dat de politiek momenteel buitenspel staat door de juridische procedures, maar hoopt dat dit leidt tot structurele herziening. “Waarom kom je dan niet proactief bij de raad terug?”

Van Broekhoven pleit voor meer oog voor de belangen van zowel bedrijven als bewoners. Hij hekelt de manier waarop de gemeente vasthoudt aan oude regelgeving terwijl het project inhoudelijk niet meer past bij de gewenste koers van Roosendaal.

Juridisch perspectief

Advocaat Redmer Keizer heeft geen bemoeienis met het dossier maar buigt zich op verzoek van de ZuidWest onderzoeksredactie af en toe over bepaalde kwesties. Hij bevestigt dat het juridisch logisch is dat oude regels van kracht blijven zolang de aanvraag daar nog onder valt. “Dat heeft te maken met rechtszekerheid.” Hij begrijpt echter niet goed waarom ICE zelf geluidsmetingen mag laten doen: “Dat is bijzonder. Je loopt het risico op beïnvloeding.”

Tegelijkertijd stelt hij dat de bedrijven zich wellicht minder zorgen hoeven maken dan gedacht. Mocht de geluidsmeting in het voordeel van ICE uitvallen, dan biedt dat voor de bedrijven juist een vorm van bescherming: “Als die mensen lopen te zeuren of handhaving vragen, moet de gemeente dat eigenlijk allemaal afwijzen.” Dit omdat de meting dan eerder aangaf dat er geen probleem zou zijn.

Volgens Keizer is het wellicht verstandig als beide partijen proberen samen afspraken te maken. Bijvoorbeeld over gedragscodes of boetes bij overlast. “Dat je op basis van die huisvesting zorgt dat die mensen niet van dat terrein afkomen en in de buurt bier gaan zitten drinken.”

Over het stilzwijgen van de gemeente zegt hij: “Dat is begrijpelijk, ze wachten de uitspraak van de rechter af.” Keizer vermoedt ook dat de gemeente graag kiest voor gecentraliseerde huisvesting van arbeidsmigranten, vanwege het makkelijker beheer en toezicht.

ICE Agency heeft een heel ander verhaal

Sophia Vreugdenhil, algemeen directeur van ICE Agency, betreurt de commotie. Ze is haar bedrijf ooit begonnen om juist het goede te doen, vertelt ze, richting de arbeidsmigrant én voor het bedrijfsleven. Ze benadrukt dat de huisvesting van arbeidsmigranten een maatschappelijke noodzaak is, zeker in een logistiek knooppunt als Roosendaal en de regio.

Vreugdenhil stelt dat de zorgen over hinder ongegrond zijn; “Wij zijn absoluut van mening dat er zeker geen sprake is van nadeel voor de bedrijven.” Ze wijst erop dat experts de situatie hebben beoordeeld en tot de conclusie zijn gekomen dat er geen belemmering is voor de bedrijfsvoering.

Zoektocht naar locaties

De directeur van ICE Agency benadrukt de groeiende behoefte aan arbeidsmigranten, niet alleen in de logistiek, maar ook in het agrarische achterland. “De hele regio schreeuwt om mensen,” zegt Vreugdenhil. Ze heeft grote moeite met het gebrek aan aandacht voor huisvestingsproblematiek door de jaren heen. “We kunnen niet zeggen: ‘Voor onze welvaart hebben we die arbeidsmigranten wel nodig, maar we stellen het erg op prijs als ze ’s avonds terug naar Polen en Roemenië gaan en de volgende dag weer terugkomen.’ Dat gaat niet.”

ICE Agency heeft jaren geleden al de samenwerking gezocht met de gemeente om een geschikte locatie te vinden, maar stuitte op veel restricties. “Als je dan niet de stadskern, niet de dorpskern en niet het buitengebied in mag… wat blijft er over?” vraagt Vreugdenhil zich af. De uiteindelijke keuze voor de huidige locatie aan de rand van een bedrijventerrein was dan ook een logische en in samenspraak met de gemeente. Volgens de directeur worden er fietspaden en wandelstroken aangelegd om de omgeving geschikt en veilig te maken.

Veiligheid en de toekomst

Met betrekking tot de veiligheid van de huisvesting is Vreugdenhil duidelijk: “Denkt u dat de gemeente een vergunning afgeeft als het niet veilig zou zijn?” Ze verzekert dat aan alle voorschriften wordt voldaan en dat er sprake is van “heel goed management”. De ‘koudwatervrees’ die omwonenden ervaren, is volgens haar een bekend fenomeen bij dit soort initiatieven. Zo gaat het eigenlijk overal, weet ze van eerdere projecten. “Onze ervaring is dat achteraf blijkt dat het nooit nodig was,” aldus Vreugdenhil.

De directeur hoopt dat de rechter uiteindelijk zal bevestigen dat er geen belemmeringen zijn en dat de ondernemers in de toekomst zullen erkennen dat ICE Agency een “fijne buur” is. Er is echter maar één manier om dat aan te tonen; het zal zich in de praktijk moeten bewijzen. De omliggende ondernemingen hoeven zich ook geen zorgen te maken over hun bedrijfsactiviteiten, garandeert ze. Zelfs niet als ze die willen uitbreiden.

Geen reactie gemeente

Vanzelfsprekend hebben we de gemeente gevraagd ook te reageren. Een woordvoerder liet weten dat de gemeente de uitspraak van de rechter afwacht en dus voorlopig nergens op ingaat.

Update, 27 juni 2025, 15.40 uur: De naam van één van de protesterende bedrijven is uit dit artikel verwijderd op verzoek van de betreffende organisatie.

Lees ook: Is dit de kwalitatief hoogwaardige huisvesting voor arbeidsmigranten aan de Atoomweg? Lees ook: Ondernemers vrezen nog steeds voor hun toekomst vanwege komst arbeidsmigranten