Raad van State: college gaf terecht geen monumentenstatus aan Ketrientje
Het historische hoofdgebouw uit 1929.
Het historische deel van voormalig Zorgcentrum Catharina, beter bekend als ’t Ketrientje, krijgt geen monumentale bescherming. De Raad van State heeft woensdag geoordeeld dat de gemeente terecht geen monumentenstatus heeft verleend, omdat dit de bouw van een nieuw zorgcomplex zou belemmeren.
Tegelijkertijd stelt het hoogste bestuursrechtelijke orgaan, dat bij een ándere herbestemming behoud wél haalbaar kan zijn. Het college van burgemeester en wethouders zegt zich te beraden op de uitspraak.
Opmerkelijk genoeg gaat het om een uitspraak over een project dat inmiddels is komen te vervallen. Eerder deze maand werd duidelijk dat de woonzorginstelling die eigenaar is van het terrein de plannen voor nieuwbouw heeft stopgezet en de uitspraak van de Raad van State niet heeft afgewacht.
Cuypersgenootschap en Heemschut
Erfgoedclubs het Cuypersgenootschap en Bond Heemschut proberen sinds 2019 het hoofdgebouw en aangrenzende zusterhuis van het voormalige verzorgingstehuis de status van beschermd monument te geven. Volgens hen vertegenwoordigen zowel het hoofdgebouw als het zusterhuis grote cultuurhistorische waarde. De Raad van State volgt echter het eerdere oordeel van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en stelt de erfgoedorganisaties in het ongelijk in hun verzet tegen de geplande zorgnieuwbouw.
Gevolgen meewegen
De Raad van State erkent in haar uitspraak dat de panden historische betekenis hebben, maar vindt dat het college de forse praktische en financiële gevolgen van een monumentenstatus voor de eigenaar mocht meewegen. Die had vergevorderde en ambitieuze plannen voor een nieuw zorgcomplex met woningen en een parkeergarage. Tegelijk sluit de Raad van State niet uit dat de gebouwen in een andere toekomstige functie wél rendabel behouden kunnen blijven.
Focusgebied
Nu de nieuwbouwplannen zijn gestrand en het terrein te koop staat, heeft het Bergse college twee weken geleden aangekondigd het gebied aan te wijzen als zesde ‘focusgebied’ voor woningbouw. Het complex staat al tien jaar leeg; de dichtgetimmerde ramen en het verval zijn de gemeente en omwonenden al lange tijd een doorn in het oog.
Niet verrast
Raadslid en erfgoedpleitbezorger Piet Juten, die het standpunt van de erfgoedorganisaties ondersteunt, reageert teleurgesteld maar niet verrast. “We blijven alert op wat er met het gebouw gaat gebeuren”, zegt hij in een eerste reactie op de uitspraak. “Er gaat een nieuw boek open, het is wat ons betreft niet gesloten. We wachten af wie de nieuwe eigenaar wordt en hoe deze de dialoog met de omgeving gaat voeren.”