GBWP: ‘Ongelijke behandeling van vrijwilligers bij evenementen niet uit te leggen’
De vrijmarkt van 2022 in de Bergse binnenstad.
De GBWP-fractie in de gemeenteraad van Bergen op Zoom uit stevige kritiek op het nieuwe evenementenbeleid dat het college binnenkort aan de raad voorlegt – bleek deze week tijdens de commissiebehandeling van het evenementenbeleid. Volgens de grootste oppositiepartij in de Bergse raad zorgt de voorgestelde beleidsherziening voor “onevenwichtigheid in de gemeentelijke ondersteuning van evenementen, vooral tussen activiteiten die door vrijwilligers worden georganiseerd en evenementen waarbij de gemeente zelf uitvoerend optreedt.”
Het college legt de Bergse gemeenteraad een vernieuwd evenementenbeleid voor, waarin volgens wethouder Berend Doedens meer aandacht is voor duurzaamheid, inclusie en balans tussen locaties. Zo krijgt Landgoed De Beek extra aandacht voor de impact van meerdaagse evenementen en wordt de binnenstad opgedeeld in specifieke plekken die geschikt zijn voor activiteiten. Ook wordt de Waterschans expliciet genoemd als kansrijke evenementenlocatie.
Profielen
Per locatie worden profielen opgesteld waarin staat hoeveel evenementen er mogen plaatsvinden, hoeveel geluid is toegestaan en welke voorzieningen er zijn. Die profielen moeten duidelijkheid bieden aan organisatoren én omwonenden. Verder verdwijnen de legestarieven uit het beleid; die worden jaarlijks in de legesverordening vastgesteld. Extra opbrengsten uit evenementen worden opnieuw geïnvesteerd in culturele, duurzame en inclusieve initiatieven.
‘Vrijwilligers trekken aan kortste eind’
De GBWP-fractie stelt dat er binnen dit nieuwe kader een oneerlijk onderscheid ontstaat. Volgens de partij organiseert de gemeente zelf een aantal ‘bijzondere evenementen’, zoals Koningsdag, Bevrijdingsdag, Halloween en de Vastenavend, waarbij gemeentelijke inzet en middelen vanzelfsprekend zijn.
Bij vergelijkbare evenementen, die door lokale vrijwilligers worden gedragen, ontbreekt die ondersteuning echter volledig. “Vrijwilligers nemen feitelijk gemeentelijke taken over, maar krijgen niet dezelfde inzet of middelen,” aldus GBWP-raadslid Paul Schut. “Dat is niet uit te leggen en werkt demotiverend voor mensen die zich belangeloos inzetten voor de stad.”
Wezenlijk verschil
Volgens wethouder Doedens is er echter een wezenlijk verschil tussen een binnenstadsevenement met braderie als de Krabbenfoor, georganiseerd door ondernemersverniging STERK, en bijvoorbeeld de vrijmarkt van Koningsdag. Deze ontstaat “spontaan vanuit de samenleving”, er is géén organiserende stichting of vereniging die verantwoordelijk is. “Dan kom je toch al gauw uit bij de gemeente als iets niet goed gaat”, merkt hij op. VVD-raadslid Josita Delhez stelt ook dat de Koningsdag-vrijmarkt geen evenement is en ook buiten het beleid valt. Zij pleit wel voor duidelijkheid: de vrijmarkt mag niet commercieel zijn. “Zorg ervoor dat alleen inwoners met kleedjes hun spullen kunnen uitstalen.” En wat de bedrijfsmatige handelaren betreft: “Die horen er niet thuis. Daarom moet gehandhaafd worden.”
Oneerlijk speelveld
De fractie van GBWP roept het college op om te onderzoeken hoe dit ‘oneerlijke speelveld’ kan worden hersteld. Daarbij denkt GBWP aan mogelijkheden om bepaalde evenementen als ‘algemeen belang’ aan te merken, waardoor de gemeente ze wél onder kostprijs mag ondersteunen. Ook pleit de partij voor een structurele subsidie of een gelijke verdeling van gemeentelijke middelen over alle kernen en organisatoren.