Roosendaal

Roosendaals college blijft in gesprek met inwoners, ook als het collegeprogramma klaar is

Kitty Joachems Kitty Joachems

Ook na de informatiebijeenkomsten van juni en juli blijft het college in gesprek met inwoners. Dat antwoorden zij op vragen van de oppositie. “Deze gesprekken zijn niet het eindpunt van ons gesprek met de inwoners, maar het begin. Wij gaan in gesprek met bewoners in buurten en wijken over zaken die specifiek in hun leefomgeving spelen. Deze gesprekken voeren wij nu en we zullen dat ook blijven doen de komende jaren”, schrijven zij.

De oppositie reageerde kritisch op de informatiebijeenkomsten. René van Broekhoven van de Roosendaalse Lijst weet uit het verleden hoe het is om een collegeprogramma samen te moeten stellen. “Op een gegeven moment heb je genoeg gehoord en moet je zelf keuzes durven te maken.” De coalitie denkt daar dus anders over. Zij vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk inwoners met college, raadsleden en met elkaar in gesprek gaan en blijven over zaken die de toekomst van de gemeente Roosendaal bepalen.

Lees ook: Oppositie spoort Roosendaals college aan tot actie. ‘Zaken niet te lang laten liggen’

Ook dat roept vragen op bij de oppositiepartijen. Want als je dan zoveel mensen wilt spreken is dan de communicatie over de informatiebijeenkomsten wel voldoende geweest? Volgens het college zijn inwoners via verschillende kanalen op de hoogte gebracht. “Inwoners zijn geïnformeerd via verschillende social media kanalen, de pers is geïnformeerd en ook het digipanel is uitgenodigd om aanwezig te zijn. Deze open uitnodiging is voor ons op dit moment afdoende”, schrijft het college als antwoord.

Dit is nog maar het begin

Het college heeft er bewust voor gekozen om de informatiebijeenkomsten te organiseren in het Atik stadion aan de rand van de stad. Op deze centrale locatie kunnen veel mensen over meerdere thema’s met het college en met elkaar in gesprek. Daarover schrijven de leden van de oppositie in hun raadsvragen “Staat u ervoor open om zelf naar de inwoner te gaan en de afstand letterlijk te verkleinen?” Het college antwoordt dat zij voor dit moment en dit doel de juiste keuze heeft gemaakt. Ze vullen hun antwoord aan met de opmerking dat deze gesprekken niet het eindpunt vormen maar het begin.

Inzage in gesprekspartners

In de raadsvragen kwam de oppositie ook nog terug op de stakeholders, partners en ondernemers die hebben mogen meepraten bij de totstandkoming van het ambitieakkoord. “Eerder is ons toegezegd dat we inzage krijgen in wie uitgenodigd zijn om mee te praten. Wanneer kunnen we dit overzicht tegemoet zien?” Het college maakt deze lijst niet publiekelijk bekend. Dat zou in strijd zijn met de wet op de privacy. Maar raadsleden mogen via de griffie het vertrouwelijke overzicht inzien.

Hoe nu verder?

“Het proces om te komen tot een collegeakkoord is niet helder”, schrijven de vragenstellers. Ze vragen hoe de tijdlijn met acties eruitziet en hoe het zit met de honderd dagen waar steeds naar verwezen wordt. Daarop antwoordt het college dat deze honderd dagen zijn ingegaan op de dag dat het college werd geïnstalleerd. “Aan het eind van deze periode communiceren we wat onze bevindingen zijn en eventueel ook hoe wij dit in ons collegeprogramma verwerken”, schrijft het college. Daarna, op 15 september, staat het concept-collegeprogramma ter bespreking met de raad op de agenda. Op 3 november biedt het college dit programma aan tijdens de raadsvergadering. Dit valt samen met de begrotingsbehandeling.