Woensdrecht

Wat Woensdrecht doet om dakloosheid te voorkomen en te verhelpen

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

Begin mei werd onze redactie benaderd door een inwoonster van de gemeente Woensdrecht, die met een acuut probleem zat. Door relatieproblemen was ze op straat komen staan en er bleek geen geschikte opvang te zijn. De gemeente, wooncorporaties en samenwerkende instanties konden haar niet per direct helpen aan een andere woning. Om medische redenen durfde ze niet naar de daklozenopvang. Uiteindelijk vond ze een antikraak onderkomen in Zeeland, in Woensdrecht lukte het niet. We gingen daarom eens langs bij de gemeente om te bespreken wat er in noodgevallen nu wel of niet mogelijk is.

Wethouder Lars van der Beek wil ons graag te woord staan. In zijn portefeuille bevinden zich onder meer jeugdbeleid, welzijn, sociale zaken en zorg. Ook aangeschoven is Conny Korstanje, die als zich als ambtenaar ontfermt over de dagelijkse praktijk en het college zowel ondersteunt als adviseert op dit werkgebied. “Conny en ik hebben altijd een rechtstreeks lijntje”, legt de wethouder uit. Daarmee doelt hij óók op situaties waarbij er direct actie ondernomen dient te worden, bijvoorbeeld om erger te voorkomen.

Gemeente Woensdrecht hecht veel waarde aan sociale aspecten als armoedebeleid maar zeker ook aan het voorkomen van vervelende kwesties als huisuitzettingen. Er wordt met de nodige zorgaanbieders samengewerkt, waar mogelijk met de insteek ‘voorkomen is beter dan genezen’.

Lastig vraagstuk

Terug naar de vraag die rees naar aanleiding van het eerdere artikel: Is er een vangnet als mensen plots op straat komen te staan? Dat blijkt dus erg lastig. Het zijn gelukkig uitzonderingen en mede omdat niemand ze ziet aankomen is er niet op te anticiperen. De wethouder wil eerst en vooral eens uitleggen hoe trajecten meestal verlopen, van hoe een eerste signaal binnenkomt tot aan een dreigende woninguitzetting. In de meeste gevallen komen mensen immers niet zomaar op straat te staan, gaat er juist het nodige aan vooraf.

‘Vroegsignalering’

Conny steekt van wal: “Op grond van de wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening moeten we aan preventie en vroegsignalering doen.” Er zijn bijvoorbeeld afspraken gemaakt met drie woningcorporaties, energiebedrijven en zorgverzekeraars die het melden als klanten betaalachterstanden oplopen, geheel volgens de privacywetgeving. Er wordt zelfs al gekeken of zoiets ook met hypotheekverstrekkers te realiseren is en ook particuliere verhuurders kunnen soms aansluiten. Er ligt daarbij op de ene doelgroep meer focus dan op de andere. Zo staan huishoudens met minderjarige kinderen hoog in de lijst.

Actief benaderen

Eens per maand geven de samenwerkende organisaties een overzicht van mensen, gezinnen die aandacht nodig hebben. Deze inwoners worden vervolgens benaderd met de vraag of er behoefte is aan ondersteuning. Zo snel mogelijk aangeven dat er hulp beschikbaar is, is het devies. Om nare trajecten met deurwaarders en extra kosten te voorkomen én om mensen een hoop stress en andere ellende te besparen. Als iemand niet reageert maar wel in de maanden erna opnieuw op zo’n overzicht voorbij komt, treden vervolgstappen in werking. Dan wordt er niet meer alleen aangeschreven maar ook gebeld of gemaild. Als dat allemaal niet werkt gaan er medewerkers op af. Zeker bij huurachterstanden want dan kunnen bedragen flink oplopen.

Samen oppakken

Financiële problemen ontstaan niet zomaar, er zit altijd meer achter volgens Conny. In Woensdrecht wordt daarom zo veel mogelijk ook gekeken naar de oorzaken en hoe die weg te nemen zijn. Er zijn daartoe volop samenwerkingen met uiteenlopende instanties, van het maatschappelijk werk van WijZijn tot Startpunt Grip op geld, van dagbesteding tot hulp bij de opvoeding van kinderen. Altijd worden de betreffende inwoners actief betrokken bij het zoeken naar een uitkomst, ze krijgen alle mogelijke inspraak. En die aanpak is succesvol, meldt de wethouder. Er zijn de afgelopen jaren zo al minsten 70 huisuitzettingen voorkomen.

Niet alles zie je aankomen

Niet alles is met de zogeheten vroegsignalering te voorkomen. Acute situaties, waarbij mensen plots op straat staan, komen niet heel vaak voor maar er zijn nu eenmaal soms écht onvoorziene omstandigheden. En dan?

Eerder al liet wethouder Van der Beek weten dat een gemeente niet zelf een paar lege woningen vrij heeft om per direct mensen op te vangen als zich iets acuuts voordoet. Het is dan toch echt te hopen dat bijvoorbeeld de omgeving of familie tijdelijk iets kan betekenen. Zo ontstaat er wat lucht om toch snel iets in gang te zetten. Anders dreigt al snel de daklozenopvang, zeker als er geen jonge kinderen bij betrokken zijn.

Het moet van twee kanten komen

Het gaat hem aan het hart maar de bestuurder zegt het toch: “Je kunt soms niet iedereen redden. Dat lukt gewoon niet, hoe graag je ook wil.” Daarnaast moet er de wil zijn bij iemand om aan een tijdelijke oplossing mee te werken. Die is vaak verre van ideaal op zo’n korte termijn maar alles is beter dan niets. Het wordt echter onmogelijk als mensen dan ook nog allerlei eisen gaan stellen aan een onderkomen of een locatie.

Noodfonds in uitzonderlijke gevallen

Wanneer getroffen inwoners van goede wil zijn, en zeker als er kinderen in het spel zijn, kan de gemeente een speciaal noodfonds aanspreken. In uitzonderlijke situaties gebeurt dat ook maar alleen als uiterste en tijdelijke maatregel. Het liefst wordt dat potje gebruikt om zaken als een huisuitzetting te voorkomen maar het is in principe heel breed inzetbaar. En een voorwaarde is dat het zin heeft; “Er licht aan de horizon is”, om de woorden van de wethouder te gebruiken. “Mensen moeten wel aanhaken bij hulpverlening.” Dat wordt als belangrijke voorwaarde gezien. Als dit niet gebeurt, houdt het voor de gemeente op.

Complexe tijden

Conny erkent dat de ingewikkelde maatschappij waarin we leven, het soms erg complex maakt voor individuele burgers. Ze roept iedereen vooral op contact te zoeken als het mis dreigt te gaan. Er zal altijd gekeken worden wat er kan, maar er zijn twee belangrijke voorwaarden. Je moet wel mee willen werken aan eventuele hulptrajecten, er dus zelf ook in willen investeren, en niet het onmogelijke verwachten.

Lees ook: Plotseling dakloos in Woensdrecht… En dan?