Bergen op Zoom

Kritiek Bergse raad op subsidieregels bouwclubs: ‘Teveel rompslomp voor vrijwilligers’

Een bouwer aan het werk, bij de constructie van een optochtwagen. (foto: ZuidWest Update)

Han Verbeem Han Verbeem

De gemeenteraad van Bergen op Zoom reageert kritisch op de voorgestelde subsidieregeling voor Vastenavendbouwclubs. Tijdens de raadscommissie van dinsdagavond blijkt dat er brede steun is voor het behoud van de bouwcultuur, maar veel fracties uiten zorgen over de “overdreven rompslomp” en administratieve druk die de regeling met zich meebrengt voor vrijwilligers.

Het college wil overstappen op een nieuwe manier van subsidiëren. Bouwclubs gaan voortaan kostprijsdekkende huur betalen voor hun gemeentelijke bouwkoten, en kunnen die kosten deels terugkrijgen via subsidie. Die subsidie wordt toegekend op basis van prestaties en maatschappelijke meerwaarde. Clubs worden beoordeeld aan de hand van twaalf criteria, variërend van artistieke kwaliteit en vakmanschap tot inclusiviteit, duurzaamheid en publiekswerking.

Wethouder Berend Doedens ziet de subsidieregeling juist als een handreiking aan de clubs: “We willen de bouwclubs helpen en ondersteunen, niet betuttelen. We zijn op zoek naar een manier om het kaf van het koren te scheiden.”

Vrijwilligers en formulieren

Toch zien meerdere partijen juist een risico in de complexiteit van de regeling. “Je kunt van vrijwilligers niet verwachten dat ze aan twaalf voorwaarden voldoen én dat allemaal administratief verantwoorden,” zegt Josita Delhez (VVD). “Wie toetst dat eigenlijk, en hoe objectief gebeurt dat?” Ook Laura Krijger (D66) waarschuwt voor subjectieve toetsing: “Wanneer is er sprake van een eigen stijl? Of voldoende artistieke kwaliteit? Dat is niet meetbaar.”

Onpasselijk

Piet Juten (BSD) noemt de criteria “onpasselijk voor een leuk clubje” en vreest dat de papieren eisen clubs eerder afschrikken dan stimuleren. Hij pleit voor een eenvoudiger verrekeningssysteem.

Garagebox is duurder

Ook de praktische uitvoering baart zorgen. De subsidie geldt alleen voor huisvestingskosten van bouwlocaties, niet voor opslag, gas of licht. Meino Dam (CDA/V-BoZ) en Stephanie Franken (GBWP) vinden dat te beperkt. “Zonder opslag kun je niet bouwen,” stelt Franken. Dam stelt voor om opslagcontainers in te zetten en die “een mooi kleurtje te geven.” Wat betreft de kosten valt het allemaal wel mee, zo relativeert Doedens. “Een spiksplinternieuw loodsje voor 1.500 euro per jaar, de prijs waarvoor je niet eens een garagebox kan huren… dat moet ook voor de kleinere clubs haalbaar zijn.”

Begrip, maar ook twijfel

Er is begrip voor de poging van het college om de subsidierelatie transparanter te maken. “We moeten iets veranderen,” zegt Louis Wijten (Lijst Linssen), “maar misschien moeten we de beoordeling overlaten aan de Stichting Vastenavend. Die kennen de clubs en hun werk.”

Adam Ahajaj (GroenLinks-PvdA) en Rian Govers-Gabriëls (Lokaal Realisme) vragen om meer duidelijkheid over de invulling van criteria als duurzaamheid en maatschappelijke impact. “Wat als clubs over vier jaar niet voldoen?” vraagt Govers zich af. “Dan moeten ze weten waar ze aan toe zijn.”

Piet van den Kieboom (Bergs Belang) roept op om vooral te kijken naar wat de bouwclubs opleveren voor de stad. “Noem het geen kosten, maar investeringen. De economische spin-off van de Vastenavend is groot.”

‘Alle kanten op’

De reacties uit de raad lopen uiteen, erkent wethouder Doedens: “De raad wil enerzijds sturen op kosten en tegelijkertijd kritiek leveren op de voorwaarden. Het gaat alle kanten op.” Toch blijft hij bij het voornemen: “We proberen regels te stellen zónder té bureaucratisch te worden.”

Vervolg

De subsidieregeling wordt nu verder uitgewerkt. De raad peilt op dit moment alleen haar gevoelens; definitieve besluitvorming volgt later. De regeling gaat naar verwachting in per 2026, met een overgangsperiode van vier jaar waarin clubs kunnen doorgroeien naar volledige subsidietoekenning.