Bergen op Zoom

Van der Kallen over de Augustapolder: ‘Je moet hier niet willen bouwen’

Wie door De Markiezaten rijdt of loopt zal al snel de hoogteverschillen en waterlopen opmerken.

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

Dat er in de nieuwe wijk De Markiezaten hier en daar grote vochtproblemen zijn, verbaast Louis van der Kallen niets. Hij waarschuwde 35 jaar geleden al voor bouwplannen op die locatie, in zijn hoedanigheid als raadslid. Tevens is hij al heel lang bestuurder bij Waterschap Brabantse Delta, dus hij weet het nodige van waterhuishouding. “Je moet hier niet willen bouwen.”

Louis is fractievoorzitter van zijn eigen partij, de BSD, en namens de politieke organisatie Ons Water al heel wat jaren bestuurder bij het waterschap. Over de wijk waar een aantal bewoners geplaagd wordt door volop vochtproblemen heeft hij het nodige te vertellen. “Het is veengebied. De Markiezaten wordt opgetrokken in een gebied waar je eigenlijk niet moet willen wonen.”

Lees ook: Een waslijst aan huurdersklachten alsnog aangepakt?

Hij haalt er de geschiedenis bij: “Als er de afgelopen driehonderd jaar in een polder, zoals de Augustapolder, geen enkele boerderij heeft gestaan, is dat niet voor niets. In ons gebied bouwde men vroeger eigenlijk alleen op de hoge zandgronden. Je woont hoog en droog.” Het veengebied waar de straat het Nonnetje voor een deel op ligt heeft een dikke laag Hollandveen, de officiële geologische term. Die laag varieert in de Augustapolder ongeveer tussen de zeven en twintig meter. Louis zegt over die veenlaag: “Als je daarop gaat bouwen dan heeft dat een aantal kenmerken. Dat Hollandveen gaat inklinken. Wanneer je geen heipalen gebruikt, verdwijnt uiteindelijk het hele bouwwerk.”

Verstandig

De traditionele bouw op en om de Brabantse Wal had nauwelijks een fundering nodig want dat is dichte, compacte zandgrond. Op de locatie van De Markiezaten ligt dat anders, legt de politicus uit: “Dat is nou typisch zo’n plek waar je in de overgangsfase zit van Brabantse Wal en de polder. Als je zuidelijker trekt, wordt het alleen maar erger. Je kan ook zien aan de waterpartijen dat het Nonnetje in feite nabij een oud beekdal ligt. En natuurlijk kan je in Nederland met technische middelen overal bouwen maar de vraag is: Is dat wel verstandig?”

Droge voeten

“Onze voorouders wisten heel goed waar ze droge voeten hielden”, vertelt Louis. Dat betrof niet alleen de zee of de rivier maar ook het grondwater. Hier toch willen bouwen vergt bijzondere eisen. “Ik veronderstel dat er wel degelijk fatsoenlijk onderzoek naar is gedaan en dat met de beste kennis van dat onderzoek die huizen zijn gebouwd. Maar als je bouwt op een gebied met een hoge grondwaterstand, is die moeilijk lager te krijgen dan het oppervlaktewater in de buurt.”

Beestjes

Het bodemwater wordt waarschijnlijk ook nog door een capillaire (opzuigende, red.) werking omhoog getrokken, legt de waterschapsman uit. En is dus moeilijk weg te krijgen. Het oppervlaktewater werkt wel drainerend maar blijkbaar niet voldoende. “Buiten de bouwrijplaag die gestort is, waarvan ik niet weet hoe dik die precies is, bevat die veengrond dus veel vocht maar ook veel leven. Dan moet je denken aan schimmels, bacteriën, kleine organismen die daar lustig in leven. Veen is namelijk voedsel, brandstof. Die beestjes hebben een heleboel te eten.” Ook daarom blijft volgens hem zo’n bodem in beweging.

Heien is een vak apart

Je kan bouwkundige maatregelen nemen, weet Van der Kallen, en als de objecten goed zijn gebouwd is dat ook gebeurd. “Bijvoorbeeld door in de fundering scheidende lagen aan te brengen die niet vocht-doorlatend zijn. Maar als er maar een paar gaatjes in zitten…”

Het water in de kruipruimtes doet het ergste vermoeden. Volgens Stadlander kan het geen kwaad omdat dit de woningen zelf niet kan bereiken. Of dat ook nog zo is als er meerdere scheuren in het pand zijn ontstaan, is natuurlijk de vraag. Onderzoeken van enkele jaren terug gaven aan dat er niets aan de hand was. Sindsdien zijn barsten in muren en hoeken echter alleen maar toegenomen of groter geworden.

Ook Van der Kallen denkt dat die scheuren komen door het verzakken van de bouwsels. “Als er voldoende heipalen zijn gezet, van voldoende kwaliteit, moeten die ook nog lang genoeg zijn geweest dat ze allemaal op vaste zandgrond staan.” Je dient dus per complex en per woning precies te weten tot hoe diep je een heipaal de grond in moet dreunen, tot alles echt gedragen wordt. “Mijn kennis van het veenpakket van de voormalige Augustapolder, waar het Nonnetje voor een deel op staat, is zodanig dat ik weet je soms tot wel twintig meter diep moet. Afhankelijk van de plek varieert dit van de zeven tot twintig meter.” Of het bouwbedrijf overal, bij iedere heipaal, echt heeft gemeten betwijfelt hij; “Het is allemaal aangenomen werk. Dan ligt daar een rij heipalen en de één staat op vaste grond, de ander niet.”

Verzakkingen

Van der Kallen zegt over de verschillende klachten die de bewoners van het Nonnetje ervaren, van scheuren tot hang en sluitwerk dat nu al niet weer wil, van driedubbel glas dat in de sponningen spontaan scheurt tot schimmels en vochtige ruimtes; “Dat duidt allemaal op verzakkingen. Normaal steenwerk dat zo scheurt duidt bijna altijd daarop. En dan kun je ook niet meer garanderen dat kruipruimtes afgesloten blijven. Dat zijn plastic systemen, soms met rubber, en die kunnen door de spanning die erop komt scheuren. Als het draagvlak onder een stenen wand wegvalt is zo’n muur verschrikkelijk zwaar en dat kan dergelijke gevolgen hebben.”

Vroeg of laat meer problemen

Je moet op dergelijke grond niet willen bouwen, zegt de BSD’er. “Het zijn oude kreken. Daar moet je je bevolking niet aan prijsgeven door er huizen op te zetten. Zo’n Nonnetje… Ik ben geen aannemer, ik ben slechts raadslid. Maar als ik er naar kijk zie ik een gebied dat kritiek is. In dat soort veengebieden moet je eigenlijk buitengewoon terughoudend zijn. In mijn beleving had Bergen op Zoom dit nooit als bouwgrond moeten aanwijzen.” Hij voorziet ook vroegtijdige problemen met de riolering en wegen, om exact dezelfde redenen.

Niet geschikt

Louis heeft die kennis over deze locatie al sinds 1986, toen hij in de gemeenteraad terecht kwam. Bergen op Zoom wilde in die tijd al uitbreiden en de Augustapolder gaan bebouwen. “Ik heb toen richting de provincie gezegd: Onderzoek dat nou eens, want dat is een verkeerd idee.” De provincie had nog vergaande bevoegdheden als het ging om ruimtelijke ordening en dus werd het afgeblazen. “De gemeente heeft dat plan vervolgens een tijd in de koelkast gehad en toen die zelf zeggenschap kreeg over dit soort zaken zijn die oude plannen weer tevoorschijn gekomen en in een nieuw jasje gestoken.”

Als je maar wilt blijven bouwen, kom je langzaam maar zeker in gebieden die daar niet voor geschikt zijn, stelt Louis. “Maar als in zo’n polder in zo’n driehonderd jaar zelfs nog geen boerderijtje stond, heeft dat een reden. Dat gebied is door de eeuwen heen meermaals onder water gelopen en dus heeft zich een veenlaag ontwikkeld. Die polder was eigenlijk alleen maar geschikt voor hooiland.

Volksgezondheid en verantwoordelijkheid

Het probleem van schimmels in woningen is volgens de politicus niet alleen dat het lelijk oogt en onhygiënisch is; “Er zijn ook gevaarlijke schimmels.” Dat huurders klagen bij Stadlander vindt hij dan ook niet vreemd. “Je moet schimmels serieus nemen, er zit ook een volksgezondheidsaspect aan.” Wellicht is het organisatorisch heel lastig om het allemaal in orde te krijgen, bedenkt hij hardop. Alleen al omdat het anno nu erg moelijk is om aan vakmensen te komen, “maar ontkennen is nooit een oplossing.”

Dat ook het college lang niet wilde reageren op vragen van onze ombudsman, verbaast hem niets. “Kijk, het probleem voor Bergen op Zoom is, dat als dit soort dingen naar buiten komen het natuurlijk niet bevorderlijk werkt bij de verkoop van andere gronden die daar liggen. Maar je moet eerlijk zijn als gemeente, je hebt er niets aan als bewoners problemen krijgen.”

UPDATE, 23 augustus, 15.47 uur: Kort na publicatie kregen we een reactie per e-mail van Luuk van Baalen, projectleider gebiedsontwikkeling Markiezaten bij Gemeente Bergen op Zoom. Hij spreekt van “tendentieuze uitspraken, al dan niet via een raadslid, over het bouwen binnen de Markiezaten.” Volgens de projectleider zijn de vochtproblemen die zich voordoen aan het Nonnetje “het gevolg van de gekozen bouwmethode en niet vanwege de bodemsituatie.” De kruipruimtes zouden heel goed de oorzaak van de problemen kunnen zijn, omdat het grondwaterpeil onder de woning daardoor ‘opbolt’. Wanneer vervolgens de begane grond niet goed waterwerend is gemaakt, is er risico op optrekkend vocht. Er zou daarom ook bij dit project door de gemeente geadviseerd zijn geen kruipruimtes te realiseren bij de bouw. Volgens Van Baalen hebben de andere woningen in dezelfde Augustapolder geen van allen problemen als gevolg van de bodemsituatie.