Bergen op Zoom

Mogelijk toch twee Bi-zone tarieven in Bergse binnenstad

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

De onrust omtrent de vernieuwing van de verplichte bijdrage voor binnenstadondernemers is groot in Bergen op Zoom. In april moet gestemd worden over voortzetting van die Bi-zone, onder nieuwe voorwaarden en met een flink hogere bijdrage per adres. Met name daarover is zo veel commotie dat nu toch wordt overwogen met een lager tarief te gaan werken voor bepaalde locaties.

Eerder spraken we met een aantal ondernemers uit het centrum, die bij elkaar een flinke lijst met klachten en pijnpunten opsomden inzake de nieuwe Bi-zone regeling. De belangrijkste kritiekpunten bespraken we met Dennis van Lent, voorzitter van de Bi-zone commissie bij ondernemersvereniging Sterck. Die heeft inmiddels zelf ook met een vertegenwoordiger van zo’n vijftig protesterende ondernemers gesproken en daar een voorstel weggelegd.

Volop tekst en uitleg

Er is veel onduidelijkheid over de proefpeiling die in het najaar van 2020 is gehouden. De uitkomst ervan wordt niet door iedereen als reëel gezien omdat er maar een aantal leden bij was, en er was bij die bijeenkomsten ook niet duidelijk dat het om een stemming voor het nieuwe plan ging. Van Lent bestrijdt dat. “Er is twee keer een ledenvergadering gehouden en daar zijn de leden voor uitgenodigd. Daar is een presentatie gehouden over het plan.” Hij legt uit dat de meeste ondernemers niet willen dat er voortaan minder wordt gedaan aan zaken als sfeerverlichting, evenementen en dergelijke. Men wil zelfs liefst dat er nog méér wordt gedaan.

Daar hangt een prijskaartje aan en de gemeente draagt niet meer bij. Dan kan je niet anders dan een hogere bijdrage per ondernemer gaan vragen. Zo is het bedrag van negenhonderd euro tot stand gekomen en daar heeft de meerderheid ja tegen gezegd, tijdens die vergaderingen maar ook via andere kanalen. Dat de tegenstanders zich niet lieten zien of horen vindt hij jammer maar dat is wel hun keuze geweest, zegt de Bi-zone voorzitter. “Ik had graag alle driehonderdvijftig ondernemers persoonlijk gesproken maar dat is onbegonnen werk.” Er zijn tien ontmoetingsmomenten georganiseerd, aldus Van Lent, maar lang niet iedereen nam de moeite om te komen.

Terechte kritiek

Voor een aantal bedrijven was het een onaangename verrassing dat hun straten ineens aan het nieuwe Bi-zone gebied zijn toegevoegd, terwijl ze daar nooit eerder over geïnformeerd waren. Het voelt als iets dat over hen heen is besloten, terwijl ze er niets aan hebben maar wel ineens negenhonderd euro per jaar moeten gaan betalen. Dennis trekt zich die kritiek aan: “Daar hebben die mensen helemaal gelijk in. Ik steek de hand in eigen boezem.” Er is zestigduizend euro bespaard door niet een extern professioneel bureau in te schakelen om dit hele proces te begeleiden, legt hij uit. Maar daardoor zijn wel wat dingen over het hoofd gezien.

De Bi-zone commissie wil ook niet blind zijn voor deze bezwaren. Daarom is inmiddels een voorstel gedaan aan een vijftigtal protesterende ondernemers om toch voor die aanloopstraten een ander tarief in te stellen, van vijfhonderd euro. Van Lent: “Dat moet dan nog wel door de gemeenteraad goedgekeurd worden.” Hij denkt dat dit nog te organiseren is voordat in april gestemd moet worden door de binnenstad. Als deze groep ondernemers met dat idee akkoord gaat, wil de voorzitter proberen er snel politiek draagvlak voor te krijgen.

Dicht bij de leden

Met de nieuwe aanpak moet de besteding van budgetten dichter bij de leden komen staan. Dennis legt uit: “We willen straks met alle ondernemers kijken naar wat de beste en door iedereen gedragen manier is. Per straat willen we graag een vertegenwoordiger die de wensen en belangen van die bedrijven behartigt. We gaan tijdens een Krabbenfoor bijvoorbeeld ook die nieuw toegevoegde straten opnemen in het evenement.

Met de klacht dat het allemaal niet transparant zou zijn, kan ie minder. “Tijdens al die bijeenkomsten is uitgebreid op de cijfers ingegaan, zowel bij wat er besteed is als bij de begrotingen. Ik weet niet wat ik nog meer moet doen.”

‘Driehonderdvijftig deurtjes’

Een lastiger punt is het verschil in bestaansredenen van ondernemers. Er zijn er die het er maar bij doen, bijvoorbeeld maar één of twee dagen per week open zijn. Voor anderen is het hun levenswerk en die willen vaak zo veel mogelijk open, actie in de tent én voor de deur. Dan is een investering van negenhonderd euro wellicht geen probleem, bij die eerste groep ligt het anders. “Hadden juist zij zich in het voortraject ook maar gemeld”, verzucht Van Lent. “Ik kan niet driehonderdvijftig deurtjes langs om te vragen wat ze willen.” De commissievoorzitter hoopt dat het nieuwe voorstel voor voldoende draagvlak gaat zorgen. De stad heeft het keihard nodig, weet hij.

Lees ook: